De Nationale Assemblee heeft nu op agenda de Internationale Conventie voor het Tegengaan van de Financiering van Terrorisme (Conventie Financiering Terrorisme: CFT). Het parlement zal beraadslagen om te geraken tot ratificatie van deze VN-conventie. Dit zal betekenen dat Suriname een aantal extra verplichtingen op zich neemt, waarvan de controle wat de naleving betreft, zal plaatsvinden vanuit buitenlandse organen. Met de ratificatie geeft de Staat Suriname een signaal af, en maakt ze manifest hoe ze staat tegenover de voor Amerika en de Westerse wereld zo belangrijke strijd tegen terrorisme. Na de aanslagen in Amerika is de strijd tegen het terrorisme zich gaan focussen op de geldstromen. De rij van wetten die in DNA wordt afgewerkt, die alle betrekking hebben op het tegengaan van terrorisme, kan de indruk doen ontstaan dat er zekere dreigingen van Suriname of landen die heel nauw met Suriname verbonden zijn, uitgaan. We waren ons niet bewust dat er bijvoorbeeld een dreiging bestaat dat vanuit Suriname of via Suriname terroristische activiteiten kunnen worden gefinancierd. De CFT werd in 1999 door de Verenigde Naties aangenomen. De conventie is erop gericht om alle handelingen, gericht op het financieren van terroristische activiteiten, strafbaar te stellen en te bestraffen. De conventie heeft ook als doel om de samenwerking tussen de politie en het justitieel apparaat van de verschillende landen te bevorderen. Daarnaast is het verdrag ook gericht op het voorkomen en onderzoeken van terroristische activiteiten.
Van belang in het verdrag is het strafbare feit van ‘terrorismefinanciering’ hetgeen omschreven wordt als het op enige wijze, direct of indirect, onrechtmatig en opzettelijk, voorzien in of het verzamelen van gelden met de bedoeling dat ze, geheel of gedeeltelijk, gebruikt worden of met de kennis dat ze gebruikt zullen worden, bij het uitvoeren van handelingen bedoeld om de dood te veroorzaken of serieuze lichamelijke schade aan burgers. De bedoelde dood of lichamelijk letsel kan ook betrekking hebben op personen die niet actief deelnemen in vijandelijkheden in een situatie van een gewapend conflict. Als voorwaarde wordt bij de beschrijving van terrorismefinanciering wel gesteld dat de handelingen van nature of vanwege de context als oogmerk heeft een bevolking te intimideren of een regering of een internationale organisatie te bewegen iets te doen of na te laten.
Verdragspartijen zijn verplicht om fondsen, bedoeld om de strafbare feiten zoals hierboven omschreven bij terrorismefinanciering, te bevriezen en te confisqueren. Belangrijk naar de bank toe is de bepaling inzake de voor de financiële wereld heilige geheimhoudingsplicht. Net als in andere verdragen (zoals omtrent corruptie) wordt ook hier in het kader van de grensoverschrijdende samenwerking en samenwerking in de landen zelf, in de CFT bepaald dat het concept van ‘bankgeheim’ niet als argument zal worden gebruikt om niet samen te werken. Bankgeheim oftewel bank privacy is in bepaalde landen een wettelijk vastgelegd en gegarandeerd principe, als gevolg waarvan het aan banken niet toegestaan is om aan onderzoeksautoriteiten persoonlijke of bankrekeninginformatie te verschaffen, tenzij aan bepaalde voorwaarden is voldaan zoals een justitieel onderzoek. Bankgeheim is heilig in bepaalde landen die het in belangrijke mate moeten hebben van de financiële wereld en internationale cliënten. We denken dan aan Zwitserland, Singapore en Luxemburg, maar ook aan de kleinere belastingparadijzen, die dichter bij ons in de regio liggen. Met name het Zwitserse bankwezen is bekend om dit principe. Onder de internationale cliënten bevinden zich ook dictators en moordenaars en in dit kader financiers van terrorisme. Ngo’s hebben het bankgeheim aangemerkt als een middel dat het mogelijk maakte dat de 9/11 aanvallen konden worden gepleegd.
In hoeverre er factoren in Suriname aanwezig zijn die actief betrokken zouden kunnen zijn in het terrorisme, waarvoor wereldwijd aandacht is (d.i. dat gericht tegen Amerika), is niet helemaal duidelijk. De meeste aanvallen die als terroristisch worden aangeduid, zijn afkomstig van organisaties die zich ‘Islamitisch’ noemen. In Suriname is circa 20% van de bevolking moslim. Het terrorisme zoals hier beschreven, is meestal gelieerd aan radicale Islamitische stromingen in het betreffend land. Hebben wij ook deze radicale stromingen in ons land? Het lijkt van niet, maar wellicht zouden we ons kunnen vergissen. In elk geval is de voorgenomen ratificatie van de CFT een signaal dat wij waarde hechten aan het belang van met name Amerika bij de bestrijding van terrorisme. Er is veel wetgevende energie en tijd besteed aan soortgelijke besluiten die in DNA moesten worden genomen de laatste tijd. Andere wetten die directer het Surinaamse volk regarderen, hebben moeten wachten. Gehoopt wordt dat met de acties en signalen die Suriname geeft, als onderdeel van het buitenlands beleid, het volk ook gebaat is op termijn. We hebben het dan hier over de economische diplomatie.