Parlementariër Ronnie Asabina van BEP geeft de regering Bouterse/Ameerali een onvoldoende voor het beleid dat zij heeft gevoerd vanaf 12 augustus 2010. “Het braakliggend terrein tussen de beleidsdoelen en beloften van het kabinet Bouterse in verhouding tot de realisatie, is enorm. Daarnaast ervaart de bevolking de vooruitgang op macro-economisch vlak niet, met als gevolg dat zij haar heil zoekt in loterijspelen.”
“Onze belastingdienst mist jaarlijks miljoenen belastinginkomsten doordat het belastingstelsel niet voldoet aan de eisen van tijd en we missen de toegezegde agressieve anti-corruptie-initiatieven. Wij hebben geen nationaal afvalbeleid en de binnenstad stinkt verschillelijk”, zegt Asabina. De BEP-parlementariër is niet tevreden met de beschikbare werkgelegenheid, de arbeidsproductiviteit, onbetaalbare prijzen van basisgoederen, openbaar vervoer in het binnenland en de uitvoeringscapaciteit van de regering. “Wij belijden met onze mond sinds jaar en dag dat wij moeten uitgroeien tot de voedselproducent in de regio, terwijl nergens blijkt dat wij aan de lokale randvoorwaarden voldoen om het lokale agrarisch ondernemersklimaat te ontwikkelen.” Asabina mist indiening van wetten, zoals de milieuwet, mijnbouwwet, anti-corruptiewet, decentralisatiewetten en wetten die verband houden met bevolkingspolitiek en investeringen bij de DNA.
De politicus geeft toe dat de regering Bouterse/Ameerali in de afgelopen twee jaar gedurfde stappen heeft genomen en positieve ontwikkelingen heeft doorgevoerd. “Het vervangen van ministers, directeuren en dc’s, het structureel verbeteringsprogramma met unificatie van de wisselkoersen en verhoging van de government take en het verhogen van AOV en kinderbijslag zijn positieve ontwikkelingen. Ook de innovaties op onderwijsgebied, het jeugdbeleid en het buitenlands beleid zijn gunstige ontwikkelingen, maar ik merk dat wij steeds meer relaties onderhouden met landen waarvan de leiders internationaal een ongezond etiket opgeplakt hebben gekregen.”
De BEP-parlementariër adviseert om niet blind te staren op de groei van het bruto binnenlands product (BBP). “Onze economie heeft profijt van de hoge prijzen op grondstoffen. Voor de komende 3 jaren is al een gegarandeerde investering van meer dan USD 3 miljard in deze sector, onder meer afkomstig van Staatsolie, Newmont en Rosebel Goldmines. Al met al is het de vraag of er sprake is van toegenomen industriële productie. Feit is ook dat geen enkel Surinaams bedrijf zijn belang in de regio heeft vergroot. Ik zou de laatste zijn die zou zeggen dat de economie geen groei en ontwikkeling vertoont. Echter zien wij dat slechts bepaalde sectoren die niet deviezen genererend zijn, een groei vertonen. Ik denk hierbij aan de dienstensector, de bouw/constructie en de financiële sector. De kansspelen en de loterijsector maken goede tijden door. Dit is een teken dat de samenleving de macro-economische groei niet voelt en dus minder daarin deelt”, zegt Asabina.
De BEP-parlementariër vindt het hoog tijd dat de regering aan zelfkritiek gaat doen. “Zij moet de spiegel voor zichzelf houden om te kunnen vaststellen waar de tekortkomingen zijn. De regering doet er goed aan een vertrouwensonderzoek in te stellen onder de consumenten en ondernemers, want meten is weten. Het volk constant vereren en of opzadelen met statistieken van internationale financiële instellingen en ratingbureau ’s is onder de huidige omstandigheden, waar de koopkracht steeds afneemt, belazeren van het volk”, besluit Asabina.