De NPS-afdeling Paramaribo is niet tevreden over het beleid dat tot nu toe gevoerd is door de huidige regering. ‘Op 12 augustus 2012 zit de huidige regering al twee jaar aan. In het eerste jaar heeft deze regering heel vaak de achteruitkijkspiegel gebruikt om haar onkunde te verbergen door steeds de vorige regering verwijten te maken. Deze tactiek is niet gelukt, omdat uiteindelijk voor de gemeenschap duidelijk is geworden dat de vorige regering een economie heeft achtergelaten, met een economische groei die zelfs in het wereldcrisisjaar 2009 positief was, weinig binnenlandse en buitenlandse schulden, een monetaire reserve van ruim 700 miljoen US$, een stabiel prijsniveau, ruime koopkracht bij de burgers en goede perspectieven voor binnenlandse en buitenlandse investeerders.’ Ten aanzien van de investeringen noemt de NPS-afdeling de uitbreiding van de raffinaderij van Staatsolie, de uitbreidingsinvesteringen van Iamgold, de geplande investeringen van New Mont en de geplande investeringen van Suralco in het Nassaugebied. Ook de investeringen op de luchthaven Zanderij, het Nieuwe Haven-complex, de investeringen in het havencomplex te Nickerie en de investeringen op het gebied van de internetzeekabel van Telesur behoren tot wat de vorige regering heeft achtergelaten. De vorige regering zou ook zwaar geïnvesteerd hebben in de infrastructuur, waaronder de weg naar Atjonie, de zeedijken in Commewijne en Coronie en de meer dan 500 kilometer aan wegen die dwars door het land is aangelegd of geasfalteerd. ‘Verder is ook de basis gelegd voor de verdere ontwikkeling van de volkswoningbouw door de introductie van de 7% en de 5% regeling. De regering Bouterse-Amerali heeft goede sier gemaakt van veel van de hiervoor genoemde projecten van de vorige regering en heeft tot nu toe nauwelijks nieuwe projecten van betekenis toegevoegd’, meent de NPS-afdeling.
‘De huidige regering is in 2010 wel op de proppen gekomen met een zogenaamd sociaal akkoord en in een later stadium de regeringsverklaring, de nieuwjaarsrede, de jaarbegrotingen en het ontwikkelingsplan. Wij achten het van belang om uit deze documenten te putten teneinde deze regering te beoordelen. De voornoemde documenten zijn doordrenkt van beloftes, wenselijkheden en illusies.’ De NPS-afdeling noemt hieruit enkele voorbeelden.
“Er zou een scheiding tussen de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht moeten zijn en binnen 6 maanden na het aantreden van de regering zou het Constitutioneel Hof een feit worden en de rechterlijke macht zou autonoom worden gemaakt. Inmiddels weten wij beter. Middels de inmiddels beruchte amnestiewet van 2012 heeft een gelegenheidsmeerderheid in De Nationale Assemblee een spraakmakend lopend rechtsproces stopgezet, om de belangen van een handjevol personen te behartigen. Dit terwijl wij in ons rechtssysteem het principe van recht voor één recht voor allen hanteren.’
De NPS-afdeling zegt verder dat de toezegging is gedaan dat met name de minder bedeelden het beter zouden hebben. ‘Hun koopkracht zou namelijk worden verhoogd. Niets is minder waar gebleken, want reeds in januari 2011 volgde er een devaluatie van 20% van de Surinaamse dollar en gelijktijdig volgde de invoering van de beruchte belasting, de government take. Deze maatregelen hebben grote delen van ons volk veel stress bezorgd en het leven voor velen uitzichtloos gemaakt. Een direct gevolg van de doorgevoerde maatregelen was dat de koopkracht vooral bij de minder draagkrachtigen in de samenleving dramatisch is teruggelopen. Sedert die tijd klagen vele minder draagkrachtigen dat zij na tien dagen, nadat zij hun salaris hebben ontvangen al ‘skeer’ zijn. De maatregelen hebben ook de bestaanszekerheid van de middenklasse bedreigd en bedreigen die nog steeds. Een zeer opvallend gegeven uit dezelfde periode en daarna was dat de regering vriendjes en kennissen tot in de hemel reikende salarissen en salarisverhogingen heeft toegekend en een voor Surinaamse begrippen ongekende geldverspillende reiszucht heeft laten zien.’
‘Er zijn voor binnen een periode van vijf jaar 18.000 woningen aan woningzoekenden beloofd. Daarbij is de indruk gewekt alsof woningzoekenden gratis een woning zouden ontvangen. De woningzoekenden zijn nadat de regering was aangetreden, verwezen naar de commerciële banken, waar is gebleken dat slechts een heel kleine groep de woningen ondanks de lange looptijd van de lening kan financieren. Talrijke woningzoekenden zeggen nu dat zij voor de gek zijn gehouden.’
De NPS’ers menen dat er nog veel meer zaken beloofd zijn zoals een bedrijf voor de productie en export van drinkwater, een eigen Surinaamse goudbedrijf, openbreken van de contracten met multinationals in de goudindustrie, twee diepzeehavens, twee grote bruggen over onze grensrivieren, een dijk van Nickerie tot Albina met een spoorweg en een weg en een weg plus spoorweg vanuit Paramaribo naar Noord Brazilië. ‘Waar het geld voor de financiering van al deze projecten vandaan zou komen is vaak in De Nationale Assemblee en daarbuiten gevraagd, maar het antwoord is tot de dag van vandaag nog niet gekomen.’ Er is in de diverse documenten ook opgenomen, dat men have en goed van alle burgers zou beschermen en de veiligheid aan alle burgers zou garanderen. ‘Niets is minder waar gebleken. Integendeel is de criminaliteit toegenomen en de criminaliteit is nog nooit zo hoog geweest als onder de huidige regering.’
‘Met veel bravoure is de leuze gelanceerd dat Suriname de voedselschuur van het Caribische gebied zal worden. Ook zou er goedkoop ureum en olie uit een bevriend land worden aangevoerd en goedkoop aan boeren worden gedistribueerd. Tot nu toe is in de praktijk niets hiervan gebleken. Integendeel is de productie van vele landbouwproducten, waaronder zelfs rijst, vanwege mismanagement in gevaar.’
De belofte is ook gedaan dat er een universiteit in het district Wanica zou worden opgericht en dat het onderwijs in al zijn facetten bereikbaar zou worden gemaakt voor de jongeren. ‘Plotseling kregen universiteitsstudenten recent nog te horen dat het inschrijfgeld aan deze instelling verhoogd wordt, wat nog meer druk op het reeds geringe besteedbare inkomen van deze jonge Surinamers betekent. De jongeren hebben in werkelijkheid bij deze regering duidelijk een tweederangs positie. Aan de ene kant wordt aangegeven hoe belangrijk de jongeren wel zijn, terwijl er aan de andere kant voortdurend in hun budgetten wordt gesneden, terwijl de uitgaven van de regering voor reizen, feesten en baantjes voor vriendjes steeds toenemen.’
De NPS-afdeling memoreert dat Groot-Paramaribo er schoner zou uitzien, het onder water lopen van vele gebieden in Suriname zou eindelijk worden opgelost en er zou geen stroomuitval meer plaatsvinden. ‘Ook bij deze beloften is het grotendeels bij woorden gebleven. De erven en straten in vooral de achterstandswijken in stad en district zijn na een regenbui niet om aan te zien. Deze burgers worden door de huidige regering genegeerd en in de steek gelaten.
Al met al heeft de huidige regering het volk vóór en na de verkiezingen gouden bergen belooft, maar de werkelijkheid is verarming over de hele linie, minder veiligheid, minder democratie en veel onzekerheid’, is de conclusie van de NPS-afdeling.