Willem T. werd op 2 juni door de politie aangehouden. Hij heeft een goede kennis die hij goed vertrouwde, met een stuk hout bewerkt. De verdachte is taxichauffeur. Op die bewuste dag vroeg het latere slachtoffer, Winston, hem om 6 zakken awara’s voor hem te verkopen tegen een commissie. De verdachte heeft 3 zakken kunnen verkopen. Het slachtoffer heeft bij de uitbetaling van de commissie geweigerd om meer geld uit te keren dan gevraagd. Het ging om SRD 5 meer die Willem wilde voor een lekke band. Winston weigerde. Hierover ontstond er mot tussen beide. Dit is uitgelopen tot een handgemeen. Willem heeft het slachtoffer slagen toegebracht met een stuk hout. Op de zitting betuigde hij spijt.
De verdachte zou niet de intentie hebben gehad om het slachtoffer te mishandelen. Als gevolg van de mishandeling heeft het slachtoffer een armfractuur opgelopen. De rechter had de politie gevraagd om het slachtoffer op de zitting mee te brengen. Echter is dit niet gelukt. Omdat de verklaringen van de verdachte en het slachtoffer overeenkwamen, heeft de magistraat uiteindelijk afgezien van het getuigenis van het slachtoffer. Zij merkte wel op dat om een SRD 5 de verdachte en het slachtoffer ruzie hebben gemaakt. De strafrechter wees de verdachte erop dat hij een baan heeft, in tegenstelling tot het slachtoffer. De rechter gaf de verdachte te kennen dat hij dat geld aan het slachtoffer moest hebben gegeven. Indien dat het geval zou zijn geweest, zou hij zich vandaag niet moeten verantwoorden bij de rechter. Op 19 oktober komt de officier van justitie met haar strafvoorstel. Advocaat Georgette Leter staat de verdachte juridisch bij. Willem blijft tot dan aangehouden.
Saskia Bandhan