De Minov-deskundigen die nu beslissingen nemen die direct van invloed zijn op het leven van de huidige en toekomstige Adek-studenten, hebben de gelegenheid gehad om nagenoeg gratis te studeren op onze universiteit. Of ze daarvan gebruik hebben gemaakt en efficiënt, is een ander punt. Het inschrijfgeld op de universiteit is gestadig gestegen. Voor degenen die al lang afgestudeerd zijn, is het moeilijk om zich de situatie voor te stellen. Bepaalde ouders zouden het bedrag een jaar lang moeten sparen om het inschrijfgeld van een kind te kunnen betalen. Als het om twee of drie op de Adek studerende kinderen gaat, wordt het een hele klus voor ouders om het bedrag aan inschrijfgeld alleen bij elkaar te brengen. Studies op de universiteit zijn nooit geheel kosteloos geweest, wel stukken goedkoper. In de tijd toen er voor het laatst nog symbolische inschrijfgelden werden betaald, werd al veel uitgegeven aan kopiëren, het kopen van goedkope gesubsidieerde kopieën van boeken die door de universiteit zelf ten verkoop werden aangeboden en aan vervoer. Gesubsidieerde kopieën worden niet meer in die vorm ten verkoop aangeboden, maar de behoefte aan studieliteratuur is gebleven en dat blijft de student wat kosten. Ook de onkosten van vervoer zijn gebleven, zelfs hoger geworden. Lonen in Suriname zijn niet aanzienlijk veel veranderd in de afgelopen periode. De hoge inschrijfgelden kunnen een obstakel vormen voor studenten en ouders voor een studie op onze universiteit.
Het is al een tijdje moeilijk voor onze studenten om het financieel te bolwerken. Cijfers zijn niet beschikbaar over de exacte situatie, maar als het aantal werkende dagstudenten nu vergeleken wordt met dat in het begin van de jaren ’90, dan moet een aanmerkelijk verschil uit de bus komen. Enkele decennia terug kwam werken voor veel studenten bij kijken wanneer er in de laatste fase niet veel vakken meer over waren en het afstuderen slechts overbleef. Veel studenten bleven dan hangen op de stageplek of solliciteerden gelijk aansluitend voor een baan in de publieke en de private sector. Nu zijn veel studenten al in de eerste fase werkzaam in de middag en soms diep in de ochtend in de call centerbranche. Het noodgedwongen werken ‘s middags of vroeg in de ochtend trekt een zware wissel op Surinaamse studenten. Het komt wel eens voor dat men knikkebollend ochtendcolleges bijwoont. De minister van Onderwijs vindt het probleem klaarblijkelijk niet zo groot. Haar weerwoord komt er in principe op neer dat de studenten over hun eigen toekomst op ca. 18-jarige leeftijd een zekere mate van verantwoordelijkheid moeten aanvaarden. Niets komt dus zomaar aanwaaien. Door de vorige regering c.q. NPS is in 2009 met veel bombarie de studielening in het leven geroepen. Studenten van de Adek moeten een studielening aanvragen bij de NOB, men hoeft niet eens te gaan werken. Bij goede studieprestaties zijn er vrijstellingen en een minder problematische continuïteit van de financiering. Voorts is er de mogelijkheid dat het inschrijfgeld in termijnen wordt betaald. De vraag blijft evenwel of alle financieringsaanvragen worden ingewilligd. De indruk is dat de meeste aanvragen worden ingewilligd. De heisa die door het NJP wordt gemaakt is daarom niet helemaal te begrijpen. Zou het kunnen liggen aan de aflossingsvoorwaarden? In het eerste jaar zou voor meer dan vier miljoen SRD een lening verstrekt zijn aan ongeveer 800 studenten uit het speciaal opgezette studiefonds. Er kan van 150 tot 500 SRD geleend worden. Er zijn twee pakketten namelijk een basispakket (SRD 150) met inschrijfgeld en studiemateriaal en een aanvullend pakket (SRD 350) met ook nog transport, medische kosten, kleding en onderhoud. De rente is 4%. Terugbetaling vangt aan meteen na het afstuderen. De terugbetaalperiode is maximaal 2,5 maal de normale studieduur. Afspraken hierover kunnen met de kredietbeheerder van het fonds (NOB) gemaakt worden. Direct na het afstuderen, doch uiterlijk één week na het voltooien van de studie waarvoor de lening is verstrekt, dient de afgestudeerde zich bij het fonds aan te melden voor de vaststelling van de aflossingstermijn. Goede studieprestaties, conform de respectievelijke examenreglementen, vormen de basis voor het continueren van de studielening. Studenten die een collegejaar afronden met een gemiddeld cijfer van minimaal 7.5 worden voor hun bijzondere prestatie beloond. De rente van het betreffend collegejaar wordt dan
kwijtgescholden. Studenten die gedurende de studie slecht presteren en als gevolg hiervan een collegejaar, dan wel de hele studie in een langere periode, dan de vereiste studieduur afronden, lopen kans dat de lening wordt stopgezet. Ook al wordt de studie voortijdig gestaakt, de geleende som vermeerderd met de rente zal onder alle omstandigheden terugbetaald moeten worden.
Het NJP is het niet eens met de Minov-minister omtrent de studiefinanciering vanwege de voorwaarden die gesteld worden. Uit de informatie die ter beschikking is, zijn het ingeschreven zijn op de universiteit (of het IOL) en het in het bezit zijn van de Surinaamse nationaliteit de enige twee voorwaarden die voor het begin bestaan. Over welke voorwaarde men het heeft, is onduidelijk. Kennelijk wordt bedoeld de risico’s bij slechte prestaties.
De regering moet ervan doordrongen zijn dat er te weinig personen in Suriname, afgezet tegen de omvang van de bevolking, een universitaire studie aflossen. Dat heeft een impact op de ontwikkeling van de democratie en de uitvoering van het sociaaleconomisch beleid. Een meeting tussen het NJP en de minister omtrent de verhoging van het inschrijfgeld is onlangs niet doorgegaan. Het is aan te bevelen dat het ministerie de jongeren ontvangt en van hun verneemt waarom zij de oplossing die door haar is aangedragen, niet als een oplossing zien.