Het wegdragen van de resten van een lijk hoeft geen rampzalige gevolgen te hebben voor de nabestaanden en de zielenrust van de dode zelf. De Sanatan Dharm-pracharika, Indra Djwalapersad, zegt de ontzetting en de angst van de familie best wel te begrijpen. Echter gelooft zij dat wanneer de pandit, de geestelijke, de ceremonieën die er zijn na de dood op een correcte manier heeft verricht er geen negatieve effecten zullen voortvloeien. Uiteraard bestaat de mogelijkheid dat mensen met de restanten van het lichaam gaan proberen zaken te doen, die je kunt vinden in een andere sfeer dan in de religieuze.
Djwalapersad zegt begrepen te hebben dat er sekten en bewegingen zijn die werken met schedels en botten van dode mensen. Doch zegt zij dat haar religie uitgaat van het positieve. Het belangrijkste is het pad van God te volgen door de geschriften precies na te leven en de geestelijke te vragen om begeleiding. “Elk ritueel moet op de juiste manier plaatsvinden, dan denk ik dat er geen problemen zullen ontstaan.” Volgens de Sanatan Dharm-pracharika is de atma (ziel) al lang uit het lichaam. Wat is overgebleven, zijn de stoffelijke resten van de dode. De ziel wat het lichaam tot leven heeft gebracht, is weg. Djwalapersad zegt dat de rituelen die worden gedaan bij de Sanatanies bedoeld zijn om de ziel te begeleiden. Dus volgens haar is er geen reden tot paniek, alhoewel het geen prettige ervaring is voor de nabestaanden.