De gewezen voorzitter van de Staten van Suriname, Emile Wijntuin, is voorstander van het ongedaan maken van de terugroepwet. Onlangs is door het Centraal Hoofdstembureau de terugroeping van de BEP-assembleeleden Diana Pokie en Waldi Ajaiso goedgekeurd. Het royement van deze leden, waarop de terugroeping is gebaseerd, wordt nog aangevochten bij de rechter. Pokie en Ajaiso leefden al een tijdje in onmin met de partijleiding. De BEP verkoos uiteindelijk om deze twee leden via een alv uit de partij te royeren en terug te roepen.
Volgens Wijntuin is het van groot belang dat de terugroepwet ongedaan wordt gemaakt. Om dit te bewerkstelligen moet er een grootscheepse campagne gestart worden. ‘Parlementariërs worden volgens de grondwet gekozen voor een periode van vijf jaren. Binnen deze wet grijpt de terugroepwet in. Deze wet die lager is dan de grondwet maakt assembleeleden monddood’, beredeneert Wijntuin. Hij meent dat de terugroepwet in strijd is met de grondwet.
De terugroepwet geeft de partij het recht om leden die de ideologie van de partij niet willen volgen of kritisch zijn en een eigen standpunt eropna houden, te royeren. Volgens Wijntuin betekent dit een beperking van het recht van vrije meningsuiting, een basisprincipe van de democratie. De terugroepwet is volgens Wijntuin gelegenheidswetgeving. ‘Wanneer de voorzitter van een politieke partij je niet lust, is het afgelopen met je. Het is voor hem een koud kunstje om je te royeren’, zegt Wijntuin.
De oud-parlementsvoorzitter betreurt het ten zeerste dat voor dit jaar twee enorme slagen zijn toegebracht aan de democratie in het land. Het eerste betreft de aanname van de amnestiewet en vervolgens de toepassing van de terugroepwet. ‘Onze democratie laat veel te wensen over. Er moet nagegaan worden waar zaken als de terugroepwet worden toegepast. Dit gebeurt niet in democratische landen, maar in dictatoriale landen.’
Asha Gajadien-Bhagwat