‘Ik heb nooit zoveel kwi-kwi en geiten- en schapenvlees op een menu gezien. De kwi-kwi’s waren vele malen groter dan die van Nickerie. En ik hoop niet dat het geitenvlees afkomstig was uit Saramacca’, zegt Rachied Doekhie aan Dagblad Suriname. Bovengenoemde ervaring uit 1983 zit hem nog vers in het geheugen. Een politicus uit Wanica had de toenmalige regeringsleider, die thans aanzit als president, thuis bij hem uitgenodigd. Dit vond plaats ter wille van de ministersstoel van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV). ‘Wij waren thuis bij hem, je werd letterlijk draaierig van al het eten daar. We hebben ook flink gegeten.’
Het verbaast Doekhie dat dezelfde politicus nu scherpe kanttekeningen plaatst aan het adres van politieke personen die zich aansluiten bij een andere politieke partij. Zij worden door de betreffende politicus bestempeld als gelukzoekers die overlopen ter wille van het eigen belang. Ook zou aangegeven zijn dat deze personen niet over een politieke achterban beschikken. Volgens Doekhie zou het goed zijn wanneer de politicus zich een spiegel voorhoudt. Hij was ook eens overgelopen, slechts om het bekleden van een ministersfunctie. ‘Hij zou dus de laatste zijn die zijn mond moet openmaken.’
Doekhie stelt dat de kanttekeningen een eyeopener moeten zijn voor andere politici die deel uit willen maken van een andere politieke organisatie. ‘Voor die personen moet het duidelijk worden hoe de partij over hen denkt. Vooral hoe er gesproken wordt over de politieke achterban.’
Asha Gajadien-Bhagwat