Albert D., die reeds een aantal maanden in voorarrest zat op verdenking van het plegen van een inbraak, werd gisteren vrijgesproken wegens het gebrek aan bewijs. De verdachte had al eerder kenbaar gemaakt dat hij zich niet schuldig heeft gemaakt aan enig strafbaar feit. De openbare aanklager, Shanta Mahadew, had op de afgelopen zitting vrijspraak tegen de verdachte geëist. Dit, vanwege het feit dat in deze zaak geen wettig en overtuigend bewijs geleverd kon worden. Volgens de benadeelde is de verdachte de inbreker geweest. Hij had de verdachte in dienst genomen voor bewakingswerkzaamheden. Op drie verschillende dagen was er ingebroken in het kantoor van de benadeelde. De benadeelde is US$ 6000 en Euro 1500 armer geworden. Hij gaf aan dat hij het geld in de brandkast had bewaard.
De inbrekers lieten een grote ravage achter. Alle ruimten waren overhoop gehaald. Albert had voor zichzelf enkele alibi’s opgeworpen. Ook die alibi’s heeft hij niet aannemelijk kunnen maken. Evenwel was de rechter genoodzaakt om Albert vrij te spreken van de ten laste gelegde feiten. Bij het politioneel onderzoek waren er geen bruikbare vingersporen aangetroffen. De magistraat sprak de verdachte vrij wegens het gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
Saskia Bandhan
