Een jurist en activist heeft het uiteindelijk zover kunnen brengen dat ze haar wetenschappelijk gefundeerde opvatting presenteert over kindermisbruik en daarmee gerelateerde strafzaken. Nu is het toevallig zo dat de opvattingen die ze poneerde, helemaal doen denken aan het verloop van de enkele zeer bekende zedenzaken met kinderen als slachtoffers enkele maanden terug en het verweer welke steeds gevoerd is door de verdediging. De zaak die als eerste opkomt, is dat van de Inheemse weeskinderen in Commewijne. Het primaire verweer in deze zaak was de tegenstrijdige of niet eensluidende antwoorden en verklaringen van de slachtoffers over dezelfde vragen en onderwerpen. De kinderen zouden dus hebben gelogen of zijn aangezet om te liegen. Die verklaringen waren in elk geval geen aanleiding voor de rechter om gefundeerd een vonnis te vellen in het nadeel van de verdachte. Opvallend is dat rond de tijd toen deze zaak speelde geen enkele Surinaamse academicus het nodig heeft gevonden om de zaak van eventueel niet eensluidende verklaringen wetenschappelijk te benaderen. Uit de verklaringen van de jurist/activist zou afgeleid kunnen worden dat de niet eensluidende verklaringen van de Inheemse kinderen te maken zou kunnen hebben met de wijze waarop in het rechtssysteem op de gangbare manier verhoren plaatsvinden. De jurist/activist geeft na ampel onderzoek aan dat het strafproces van minderjarige slachtoffers bij seksueel misbruik sneller moet plaatsvinden. Het proces moet niet langa bere maar efficiënt zijn, waarbij de emotionele en geestelijke belasting van het kind zo min mogelijk is, denken wij. In zo een zaak moet alles draaien om het belang van het kind; daarin zit immers opgesloten het belang van de Staat Suriname, die namens het volk vervolgt. De verhoren van kinderen betrokken bij seksueel misbruik moeten kort en krachtig worden verhoord. De kinderen moeten het hoofdstuk snel afsluiten. Het verhoor moet op een zodanige effectieve manier geschieden, dat het kind nog niet beïnvloed is door activiteiten van buiten af. Zij kunnen eventueel het beeld nog voor zich halen. Wat bedoeld wordt, is dat rekening wordt gehouden met de beeldvorming van kinderen en hoe kinderen omgaan met de realiteit. Volgens de jurist moet men vanaf het moment van aangifte tot aan de berechting toe, niet langer dan enkele dagen bezig zijn. Dan is de kans het kleinst dat de verklaring zal veranderen, omdat het kind in enkele dagen te weinig meemaakt om andere conclusies te trekken of om te vergeten.
Bovendien moet de situatie waarin het kind zich bevindt, zo snel als mogelijk opgelost en veranderd worden, teneinde zo min mogelijk schade te veroorzaken. Kijken we naar de zaak van de Inheemse kinderen dan kan het proces als voorbeeld dienen van hoe het moet. In zedenzaken, waarin kansloze kinderen zonder stabiele ouders betrokken zijn, lijkt het soms alsof de grote mensenwereld wraak neemt op de kinderen, omdat ze zo kwetsbaar zijn. De jurist/activist zegt dat kinderen degelijk betrouwbare getuigen zijn, mits zij zorgvuldig en deskundig worden gehoord. Die indruk kregen we niet bij enkele dubieuze zedenzaken. De tegenovergestelde indruk is juist gebleken. Waarom wij de verklaring van de jurist/activist benadrukken, is om de bevoegde autoriteiten erop te wijzen dat daarmee rekening wordt gehouden bij rechtszaken. Wat wel opvallend is recentelijk is dat zogenaamde kinder-ngo’s alleen algemene opmerkingen plaatsen over issues die het belang van kinderen aangaat, maar dat men verder in specifieke gevallen het nalaat om op te komen voor kinderbelangen. In het moderne staatsbestel is er vanwege de ontwikkeling van de kinderrechten en het internationale normenstelsel zeker ruimte voor kinder-ngo’s. Die ruimte moet besteed worden, waarbij de kinderen centraal moeten staan en niet de bestuurders van de ngo’s. Voor deze organisaties is het gemakkelijker om kritischer te zijn tegenover een rechtszaak en het formeel verloop ervan, dan personen in dienst van de publieke sector: voor hen is het moeilijk publiekelijk af te geven tegen collega’s. Na de verklaring van de jurist/activist, moeten maatschappelijke kinderorganisaties de issues voortduwen om het strafproces, waarin kinderen vaker betrokken zijn, te veranderen. Het OM moet beïnvloed worden. Aanbevolen wordt concreet om een voorrangsbeleid te creëren. Ngo’s kunnen deze aanbeveling verder pushen als apart actiepunt. Minderjarige slachtoffers dienen direct na aangifte verhoord te worden. Het is de laatste tijd opvallend dat veel kinderen misbruikt worden. Het ministerie van Sozavo is belast met het algemeen beleid aangaande het welzijn van kinderen. Uit het onderzoek van de jurist/activist blijkt dat verwaarlozing van kinderen ruimte laat aan pedo’s om kinderen te misbruiken. Seksueel misbruik van kinderen is een groot probleem in Suriname. Wat zeer drukt, is dat de regering in deze geen verantwoordelijkheid neemt. De situatie duurt al jaren voort, maar Sozavo heeft niet eens een plan aangekondigd. Dat is zeer te betreuren. Vanuit het maatschappelijk middenveld is veel meer druk nodig naar de regering toe. De jurist/activist heeft een aanzet gegeven.