Al langer dan 10 jaar lukt het opeenvolgende Surinaamse regeringen niet om realistische begrotingen op te stellen en nog minder om de geprojecteerde doelstellingen te realiseren. Dit lopende jaar werd er slechts 12% van de beleidsplannen gerealiseerd, een situatie die reeds langer dan tien jaren duurt en naar het schijnt, men er structureel niet in slaagt om zelfs de helft van de geprojecteerde doelstellingen uit te voeren. Deze vaststelling leidt tot de conclusie dat er wel geldmiddelen aanwezig zijn, maar dat het ernstig schort aan de uitvoeringscapaciteit. Dit laatste kan verscheidene oorzaken hebben. In de eerste plaats valt te denken aan een structureel tekort aan alle niveau´s aan kader en in combinatie daarmee, in overwegende mate incompetente ambtenaren. Het kan best wel zo zijn dat deze laatste groep het wel aan kan, maar om hen moverende redenen er met de pet naar gooit.
Aan al de genoemde knelpunten valt er reeds op korte termijn rigoureus iets te doen. Het ambtenarenapparaat zou op de meest korte termijn moeten worden doorgelicht op efficiëntie, kwaliteit en kwantiteit. Oftewel, onmiddellijke evaluatie van het ambtenarenkorps in z´n totaliteit en een quick scan ter zake de hoeveelheden kaders die effectief nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de geprojecteerde doelstellingen en per ommegaand, de naar beleidsbehoeften primaire om- en bijscholing. Een afstemming van het één op het ander biedt het juiste inzicht ter zake hetgeen nog nodig is om te geraken tot een slagvaardig en competent korps van gemotiveerde werknemers.
Een tweedaagse workshop van de Kamer van Koophandel in Suriname, de vorige week in Suriname belegd, leert dat de integratie van de Guyana’s op een heersende gebrekkige infrastructuur stuit. De oorzaak hiervan zou in een combinatie van factoren zijn gelegen, waaronder van Surinaamse zijde het chronisch tekort aan geschoolde werknemers kan worden genoemd.
Welnu, ligt hier niet een uitdaging om voortvarend additioneel aan de bovengenoemde maatregelen te komen tot een gerichte bevolkingspolitiek waarbij als speerpunt kennismigratie wordt gehanteerd? In 2008 heeft de organisatie Clean Files Tribunal gepleit voor kennismigratie die in een diasporabeleid zou moeten worden verankerd. Dat wil concreet zeggen: het naar huis halen van geschoold lager, midden- en hoger kader dat elders in de wereld dan Suriname woonachtig en werkzaam is.
Maar aan deze groep kunnen bijvoorbeeld ook geschoolde werklozen uit de Europese landen waar er economische crises heersen, worden toegevoegd. Spanje, bijvoorbeeld, wordt geteisterd door een ongekende economische crisis die 25% van de beroepsbevolking werkloos heeft gemaakt. Dit land heeft op korte termijn 100 miljard Euro´s van de Europese Unie nodig teneinde niet failliet te geraken.
De Spaanse werklozen ontvangen voor een beperkte duur sociale en financiële ondersteuning en moeten het daarna zelfstandig zien te rooien. Uit pure wanhoop trekt een niet onaanzienlijk deel van dit werklozenkorps zelfs naar derdewereldlanden om er werk te zoeken. Hieronder bevindt zich specialistisch kader maar bijvoorbeeld ook deskundigen in de wegen-, bruggen- en woningbouw. Spanjaarden leunen qua mentaliteit en levenswijze zeer dichtbij de Surinaamse way of life en ‘matcht’ daarmee perfect. Waarom niet gedacht aan het aantrekken van deze sympathieke mensen om Suriname te helpen opbouwen en tegelijkertijd hun een nieuw en zinvol bestaan te bieden? Anderzijds valt er met de regeringen van dit soort landen te onderhandelen om deze categorie werklozen voor een zekere duur met behoud van hun uitkering in Suriname tewerk te stellen.
Deze terugploegregeling is in andere Europese landen een beproefd middel geweest ter opheffing van werkloosheid in combinatie met het opheffen van het gebrek aan kader. De keuze hiervoor zou weleens verregaande spin-offeffecten kunnen hebben die om de gedachten te bepalen in de richting van het toerisme gaan. Spanjaarden die in Suriname zouden wonen, hebben familie en kennissen in hun eigen land. En die zouden dan een reden hebben om de in Suriname gevestigde Spaanse kolonie te komen opzoeken. Dat dit een spiraalwerking in andere richtingen, zoals investeerders zou kunnen hebben is evident.
Suriname verkeert momenteel niet in een economische crisis en is een aantrekkelijk land voor partners die op de langere termijn hun financieel economische, maar evenzeer sociaal-maatschappelijke bakens in de wereld willen verzetten. Het zou derhalve van wijsheid getuigen indien ons land zich serieus over dit onderwerp zou willen buigen.
Roy Raymond de Miranda