Het vervolg van het Basic Education Improvement Project (Beip), het tweede Beip, is gisteren van start gegaan. Het project wordt voor US$ 13.7 miljoen gefinancierd door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB). Suriname heeft een eigen inbreng van US$ 750.000. De projectmanager is Andre Kramp. De minister van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov), Shirley Sitaldin, ontving een deel van het Beip-team gisteren voor een officiële kennismaking.
Het Minov zal gestadig werken aan de verbetering van de kwaliteit van het basisonderwijs, onder meer via de activiteiten van het Beip. De minister zegt vertrouwen te hebben in Kramp die in het vorige project reeds projectcoördinator was. Siltaldin heeft vertrouwen in de leiding en roept de rest op om hem de nodige ondersteuning te geven. Er is een monitoringsteam dat vanuit Minov waar nodig zal begeleiden, monitoren en ondersteunen. De minister sprak over een grote verantwoordelijkheid. “Het gaat om leermiddelen. Als die niet op tijd af zijn, wordt het proces op school gestagneerd.” Kramp toonde zich heel blij met de beloofde ondersteuning vanuit het ministerie.
De Surinaamse regering is in 2004 onder andere een samenwerking aangegaan met de IDB, die deels het hervormingsprogramma helpt financieren. Met het programma is het de bedoeling dat de nieuwe basisvorming wordt geïntroduceerd: 2 jaar kleuteronderwijs, daarna 9 jaren basisvorming met aansluiting op het middelbaar onderwijs senioren. Het voj-onderwijs (mulo, lbgo, technische school en nijverheidsonderwijs) zal hierbij geïntegreerd worden in één leerprogramma van drie jaren. Vooral de overgang van kleuterschool naar het eerste leerjaar en de zesde naar de zevende klas moet in de nieuwe situatie soepeler aansluiten.
De invoering van een nieuwe basisonderwijscyclus is noodzakelijk, omdat er twee grote uitvalmomenten in het huidige onderwijs zijn ontstaan: de overgang van kleuter naar lager onderwijs en die van lager onderwijs naar voortgezet onderwijs junioren. Daarnaast moeten leerlingen te vroeg een beroepskeuze maken. Verder kan de invoering van de nieuwe onderwijscyclus als hefboom dienen om een aantal veel voorkomende problemen van het huidige onderwijs aan te pakken: de zwakke taalontwikkeling van een grote groep kinderen, een zwakke voorbereiding op rekenonderwijs in de eerste klassen en een te weinig uitdagende en kindvriendelijke onderwijspraktijk. De nieuwe basisschool is een goede kans om het onderwijs aan de kinderen een impuls te geven en de problemen rondom zittenblijven en de hoge schooluitval, te verminderen. Met de introductie van het nieuwe systeem heeft het ministerie enkele concrete veranderingen in beeld. Zo wil het Minov een verminderd zittenblijverspercentage, een verminderd drop-outpercentage, een betere aansluiting op de samenleving en het vervolgonderwijs, een grotere doorstroom van leerlingen naar vervolgonderwijs, meer motivatie bij leerlingen door aantrekkelijk leermateriaal, bekwame leerkrachten voor alle vakken en voor alle leerlingen in het hele land en aangepaste wetgeving.
Het 1ste Beip-project heeft o.a. het Speel-Werkplan (SWP) voor het kleuteronderwijs afgeleverd. Er is een nieuw kleutercurriculum ontwikkeld, inclusief een leerlijn en leermateriaal. Het SWP is dit schooljaar geïntroduceerd. Er is concreet gewerkt aan het curriculumraamwerk voor het gehele basisonderwijs en leerlijnen voor de onder-, midden- en bovenbouw. Het curriculum en de leerlijnen tot en met het 3de leerjaar zijn al af. In de tweede Beip zal gewerkt worden aan inrichting van het 4de t/m het 8ste leerjaar.