Transacties vanaf US$ 10.000 bij banken en andere financiële instellingen vallen krachtens de Wet MOT onder de categorie ‘ongebruikelijke transacties’. ‘Toetsing op basis van objectieve indicatoren zal uiteindelijk moeten vaststellen of het inderdaad om een verdachte transactie gaat’, zei Juspol-minister Edward Belfort gisteren bij behandeling van de wijziging van de Wet MOT en de Wet Identificatieplicht Dienstverleners. Transacties die beneden dit bedrag zijn, zullen op basis van subjectieve indicatoren in de wet getoetst worden. De bewindsman zei op vragen van het college dat de subjectieve en objectieve indicatoren aan herziening toe zijn. Die zijn vastgesteld vanaf 2003. Het DNA-lid Chandrikapersad Santokhi pleitte voor de invoering van ‘risk based’ indicatoren, die een zuivere toetsing mogelijk maken.
De bewindsman merkte op dat de bewaring van gegevens zodanig dient te geschieden, dat afzonderlijke transacties na jaren nog gereconstrueerd kunnen worden. De nieuwe regels in de gewijzigde wet zullen worden doorgespeeld aan de belanghebbenden. Minister Belfort benadrukte dat de implementatie van de gewijzigde wetten, niet zonder meer zal plaatsvinden. Alle stakeholders zullen ingelicht worden over de extra voorwaarden die zijn gecreëerd voor het hebben van een verbeterd anti-witwasregiem. De minister deelde mee dat het Bureau MOT op grond van zijn taakstelling, regelmatig informatiesessies houdt met dienstverleners, zeker in het kader van het nieuw op te zetten toezichthoudende regiem. Conform artikel 20 van de Wet MOT is het de bedoeling dat een commissie van stakeholders wordt ingesteld. De minister zei hierover dat ook cliënten vrij zijn om zich te bundelen op grond van het gemeenschappelijk belang.
De directeur die tot voor kort aanzat bij het Bureau MOT, heeft overplaatsing aangevraagd naar een ander ministerie. Deze mededeling deed Belfort gisteren aan het parlement, naar aanleiding van de vraag die het lid Santokhi hierover gesteld had. Bij de behandeling van de wetswijziging, die drie weken geleden begon, kwam naar voren dat de rechtspositie van de directeur en de medewerkers nog onduidelijk is. Het staat niet vast of zij de ambtenarenstatus hebben. Santokhi informeerde het college dat de directeur zijn ontslag had ingediend.