De berovingen in het binnenland blijven maar toenemen. Een gouddelver die anoniem wenst te blijven, zegt dat er sinds januari een bende heel actief is. Hun “werkgebied” is het Tapanahony-gebied, Maripasoela, het Lawa-gebied, de Marowijnerivier en eigenlijk die hele omgeving. De groep bestaat uit vijf tot zes man, voornamelijk Brazilianen en Surinamers. Zij gaan goed georganiseerd op pad en zijn ook heel goed uitgerust om de berovingen te kunnen plegen. Zij gaan compleet in het zwart gekleed, hebben kogelvrije vesten aan en zijn gemaskerd. Hierdoor is vrijwel niets van hen te zien en zijn ze ook nauwelijks te herkennen door de slachtoffers. De bendeleden gaan op pad met M16 of C7 machinegeweren. Het gaat bij hun sec om goud, sieraden en geld. En indien je weigert, wordt je zwaar mishandeld en aan je lot overgelaten, vertelt de gouddelver. Ook schromen zij er niet voor om te schieten. Het is volgens hem duidelijk te zien dat het gaat om professionals.
De gouddelver vertelt dat hij en zijn collega’s zelf ook slachtoffers zijn geworden van deze bende op Stoelmanseiland. Zij werden eind januari aangevallen door de criminelen en ze zijn ook vreselijk mishandeld. Hijzelf heeft een gapende barstwond opgelopen aan zijn hoofd. Hij vertelt dat zij wel naar de politie zijn geweest, maar het lijkt erop alsof de politie bang is om tegen deze bende op te treden. Er worden geen tegenacties ondernomen door de politie. De gouddelver weet met zekerheid te vertellen dat ook Surinamers deel uitmaken van de bende, omdat enkelen van hen heel vloeiend in het Sranan tongo bevelen gaven. ‘Er was geen ander accent in zijn spraak te merken’. Dit slachtoffer hoopt niet dat wij een situatie krijgen als in Frans-Guyana, alvorens er concrete maatregelen worden getroffen.