De brand die dinsdag drie panden in het stadscentrum in de as legde, zorgt in de samenleving voor aardig wat deining. Mensen vragen zich onder andere af waarom er blijkbaar niet genoeg water beschikbaar was. De persvoorlichter van de Surinaamse Waterleidingmaatschappij (SWM), Edmund Blufpand, ontkent dat er sprake was van waterschaarste. Integendeel zou er een overvloed aan water zijn geweest, verklaart Blufpand. De SWM heeft afspraken lopen met de brandweer. Blufpand verduidelijkt dat de brandputten onderhouden moeten worden door
de brandweer. Die brandputten zijn op het netwerk van de SWM aangesloten. Wanneer er een brand woedt, wordt door de brandweer contact opgenomen met SWM en dat is in dit geval gebeurd. Er wordt dan extra water richting de brandhaard gepompt en dat is ook gebeurd. Tevens wordt een functionaris van de SWM naar de brandhaard gedirigeerd om de brandweer te assisteren, benadrukt Blufpand. De SWM-woordvoerder vindt het heel vervelend wanneer gesuggereerd wordt dat er onvoldoende water beschikbaar was met een verwijzing naar de SWM. “Er was op een gegeven moment zoveel water dat de brandweer heeft gevraagd om de druk te verminderen”. Blufpand benadrukt dat hij absoluut geen trap na wil geven aan de brandweer. “Het probleem doet zich vaak voor dat in eerste instantie de dichtst bij zijnde brandput wordt gebruikt. Echter kun je niet ongelimiteerd slangen in de brandput stoppen. De brandput heeft een bepaalde diameter dus er komt een bepaalde hoeveelheid water uit die leidingen. De brandweer moet soms uitwijken naar een andere brandput en die ligt een eind verder. Dit betekent dat de brandweer meer slangen moet uitrollen en meer materieel moet inzetten. Dat vergt tijd”, benadrukt Blufpand.