De uitgebreide taken van de dc op het vlak van de ordening van het district, maken het onmogelijk dat hij zich diep stort in de dagelijkse operationele partijpolitieke activiteiten van zijn district. Hij moet steeds erop letten dat hij geloofwaardig boven partijen kan staan en dat er geen schijn van conflict of interest rondom zijn persoon bestaat. Aan sommige dc’s, ook tijdens andere politieke regimes, is dat niet gelukt en dat is een kwalijke zaak. Recent berichtten wij dat een dc van een district, zich actief bezig houdt met de politieke activiteiten in Saramacca en zich beijvert voor het opzetten van een NDP-partijcentrum in het district. De vraag die daarbij direct rijst is of deze dc die zich primair politiek wil profileren, in staat zal zijn om zich ook te beijveren voor het opzetten van bijvoorbeeld ook een partijcentrum van de PL of de VHP. De dc is kennelijk bang dat hij op gegeven moment minder NDP’er is dan andere partijgenoten en meer een algemene belangenbehartiger, dus dat hij minder partijloyaal overkomt. De dc is waarschijnlijk bang om zijn met moeite verkregen dc-stoel kwijt te raken. De dc vertrouwt dus kennelijk zijn partijleiding niet. Om zich paars te tonen is voor deze dc belangrijker dan zich als een onpartijdige dc op te stellen. De vraag is of de partij hem tot deze daden drijft, met op de achtergrond de ontzetting van de Coroniaanse dc. De dc dient het algemeen belang en sterke goed gefaciliteerde politieke partijen in agrarische gebieden die gelegenheid geven tot inspraak van de burgerij horen daar zeker bij. Het is duidelijk dat de dc diep in de politieke activiteit in zijn district zit, waarbij hij dus onderscheid zal maken tussen ‘zijn mensen’ en de anderen. Zal de dc onder deze omstandigheden de belangen van iedere burger op gelijke wijze kunnen behartigen? Of zal hij eerst NDP’ers helpen en daarna VHP’er en PL’ers? Het punt dat wij hier zullen maken is dat een dc geen schijn mag tolereren van partijdigheid in zijn belangrijke functie. Ook moet er in het minst een schijn zijn van conflict of interest. Wanneer de dc wedijvert om tot de voorname partijpersonen in het district te behoren door mede de politiek-administratieve zaken van een politieke partij te behartigen, dan rijst de vraag hoe hij zal kunnen optreden tegen partijgenoten. Een andere meer praktische vraag is vanwaar de dc de tijd haalt om zich te storten in het uitvoerende politieke werk, als gelet wordt op de zeer omvangrijke taken van de dc. De omvang van die taken maakt het onmogelijk om politiek actief te zijn. De dc heeft in Suriname voor de ordening van het district zowel bestuursbevoegdheden als vergunningverlenende bevoegdheden. Hij heeft ook politieke bevoegdheid gekregen. De laatste komt erop neer dat hij wettelijk (Wet RO) voorzitter is van de DR en Hoofd van het Districtsbestuur. De bedoeling hiervan is om te bevorderen dat Suriname een gedecentraliseerde eenheidsstaat wordt, in dit kader wordt verwezen naar het DLGP-programma. Bestuursbevoegdheden zijn bevoegdheden voor het besturen van het district, zoals handhaving van orde en rust. De dc wordt ook wel burgervader genoemd, alhoewel moderne theorieën hem meer als een partner zien. De dc heeft veel te maken met de noden, problemen en wensen van burgers van de districtsbewoners. Soms zijn die zelfs van huiselijke en persoonlijke aard. Met een dc die diep in de politiek zit en het district verdeelt in ‘onze mensen van het partijcentrum’ en ‘de anderen’ is dat onmogelijk, de drempel wordt dan te hoog. De bestuursbevoegdheden haalt de DC uit een hele hoop wettelijke regelingen. Het gaat kort om de Wet Regionale Organen (DR en DB), het Reglement Beheer Districten en de Instructie Districtscommissarissen (handhaven openbare orde, rust en veiligheid) en de Interimwet Financiële Decentralisatie (beheer Districtsfonds). Een hele waslijst van taken valt onder het Staatsbesluit van 23 juli 1990 en wetten/decreten: orde, rust en veiligheid, hulpofficier van justitie, afleggen oriëntaties, organiseren algemene, vrije en geheime verkiezingen, voorzitter Hoofdstembureau, adviseert bij perceelaanvragen en bedrijfsvergunningen, zorg infrastructuur, civieltechnische werken en overheidsgebouwen in goede staat verkeren, onderhoud waterkering, is ambtenaar Burgerlijke stand, treft voorzieningen bij brand, waternood of andere rampen, onheil of buitengewone voorvallen, toezicht op begraafplaatsen, sluit tijdelijk wegen voor voertuigen met een bepaald laadvermogen af en administratief hoofd van de politie in district. Volgens de Marktwet is de dc belast met het toezicht op de openbare markten. Volgens de Havenwet functioneert de dc ambtshalve ook als havenmeester. Vermeld moet worden dat de dc veel taken nu heeft moeten weggeven door de deconcentratie of decentralisatie van diensten. Vergunningverlenende bevoegdheden zijn bevoegdheden krachtens de wet om vergunningen en of toestemmingen te verlenen voor iets dat normaliter niet zou mogen. We denken aan vergunningen voor het houden van openbare muziek- en danspartijen, feesten en vermakelijkheden etc.., het oprichten van een inrichting waar men eetgelagen zet en gelagen van niet alcoholhoudende dranken en alcoholhoudende dranken, het houden van optochten, demonstraties, straatpredicaties en geldinzamelingen, het houden van openbare vergaderingen, het houden van loterijen, het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, voor rondventer, koopman en grossier en het leggen van duikers. De taak van de DC is niet afgelopen met het verstrekken van de vergunning; hij heeft de voortdurende taak erop toe te zien, dat de vergunninghouder zich houdt aan de vergunningsvoorwaarden. De dc moet optreden en sancties toepassen, indien mocht blijken, dat de gegeven voorwaarden niet worden nageleefd. Deze voorkomt de ontregeling van het sociaal, maatschappelijk en het economisch leven van de burgerij. In het bovenstaande is kort gebleken hoe omvangrijk en complex het werk van een dc is. De dc moet een adequaat en gedegen beeld hebben van de omvang en de diverse aard van zijn werkzaamheden. Hij moet vanwege al deze taken die ingrijpen in het leven van de burger van alledag, zich onpartijdig opstellen. Daarbij hoort het in het geheel niet dat de dc zich profileert als een politicus behorend bij een bepaalde partij, met name dat hij zich niet mengt in het dagelijkse partijpolitieke werk als het realiseren van een partijcentrum voor zijn partij. Als hij dat doet moet hij de lijn doortrekken en ook zorgen voor betere faciliteiten voor andere politieke partijen. Het is niet bezwaarlijk als de dc lid is van een bepaalde politieke partij, maar uit zijn acties moet geen vrees ontstaan dat hij er niet is voor de hele bevolking. Met de recente partijpolitieke handelingen heeft de dc die vrees en een twijfel wel veroorzaakt en deze zijn gerechtvaardigd.