De Algemene Bond van LVV-Personeel (ABLP) heeft met middelen uit de bondskas ketelpakken en werkhandschoenen aangeschaft voor de LVV-ambtenaren die werkzaam zijn bij het pompgemaal te Wageningen. Het ABLP-bestuur is geschrokken van de erbarmelijke en levensgevaarlijke omstandigheden waaronder het LVV-personeel van Wageningen zijn werk moet doen bij het pompgemaal. Bondsvoorzitter Dorethy Telting zegt dat de technici het werk verrichten zonder de voorgeschreven veiligheidskleding, -bril, -handschoenen en -helm. Ze beschrijft de werksituatie als levensgevaarlijk voor de arbeiders. Het gebouw waarin het pompgemaal is gehuisvest, dateert uit 1944 en heeft nooit een goede onderhoudsbeurt gehad. Het gebouw vertoont tekenen van instorting en moet in feite gesloopt worden. Het dak is van asbestplaten, waaronder enkele zinkplaten zijn gezet. ‘Maar het blijft een gevaarlijke zaak.’
Ook de machines van het pompgemaal zijn aan vervanging toe. Met veel kunst- en vliegwerk slagen de medewerkers erin het pompgemaal draaiende te houden. Het gemaal moet in feite 1 maal 24 uur draaien, daar van hieruit de waterhuishouding wordt geregeld van een uitgestrekt gebied dat van Wageningen tot de Middenstandspolder loopt. Telting zegt dat de bond inmiddels verslag heeft gedaan aan LVV-minister Hendrik Setroidjojo van wat is aangetroffen. Het bondsbestuur kon niet langer aanzien hoe de medewerkers onder de uiterst onveilige situatie het werk deden. Het ABLP-bestuur had ook een verzoek gedaan bij Staatsolie om de medewerkers te voorzien van veiligheidsschoenen.
Telting zegt ondertussen van de LVV-coördinator Regio West vernomen te hebben dat de arbeiders een bon hebben gehad om alvast een veiligheidsbril aan te schaffen. De bond hoopt dat het ministerie voort zal gaan om de werksituatie van de werkenden te verbeteren. ‘LVV vormt een belangrijke schakel in de visie van de regering om Suriname te maken tot de voedselschuur van de Caricom. Maar LVV zal al deze zaken aan de basis eerst goed moeten aanpakken wil zij een belangrijke speler worden in de realisatie van deze visie.’