Suriname is geen zendland van jihadi’s, noch is ons land vanwege een bepaald buitenlands beleid doelwit van terroristische aanslagen. Door de strijd die de USA en met name haar militairen voeren tegen de Islam, zijn landen die een heel andere benadering hebben over vreedzame co-existentie, zoals Suriname, verplicht kostbare tijd en energie te besteden aan wetgeving die het Amerikaans belang dient. De Amerikanen bepalen met militaire kracht dat het papier dat ze als dollar drukken, veel waarde heeft. Amerikanen bepalen ook wat waarachtige democratie is en wat terrorisme. Zo waren de bloedbaden aangericht door opstandelingen in Libië geen terrorisme, omdat de USA en de Amerikaanse media dat vonden. De wandaden van de Egyptische president en andere regimes in het Midden-Oosten zijn ook geen terrorisme, zolang ze geen moeilijke houding tegenover de USA aan de dag leggen. Het Amerikaans belang noopt ons nu om schaarse DNA-tijd te besteden aan wijziging van wetgeving die waarschijnlijk voor ons doen nog voldoet. Gisteren presenteerden wij kort de inhoud van de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (Wet MOT) en de Wet Identificatieplicht Dienstverleners (Wet ID) en wat min of meer de gevoelens zijn geweest van de DNA-leden met betrekking tot de werking van deze wetten. Kort gezegd hebben de wetswijzigingen die gisteren zijn besproken als focus het voorkomen en onderscheppen van de financiering van terrorisme en de nieuwe generatie transacties. In de gewijzigde Wet MOT worden 10 nieuwe financiële diensten opgenoemd, waaronder het verstrekken van leningen, financial leasing, het uitgeven en beheren van credit cards, debit cards, cheques, travellers cheques en (elektronische) postwissels, handel in cheques en effecten, het deelnemen in effectenzaken en het in bewaring nemen en bewaren van contante of liquide effecten. Ook de niet-financiële diensten worden aangescherpt, waarbij wordt benadrukt dat het gaat om natuurlijke personen, rechtspersonen, vennootschappen of maatschappen. Opvallend is dat bij het definiëren van de diensten, kennelijk om die diensten niet bovenmatig te beperken of voor de duidelijkheid, veel verwezen wordt naar het Besluit Indicatoren Ongebruikelijke Transacties. Dit staatsbesluit geeft aan de aangever van een ongebruikelijke transactie criteria om vast te stellen wanneer er sprake zou kunnen zijn van een dubieuze transactie. Bij het definiëren van de diensten is getracht om de meldingsplicht duidelijker te maken en dus beter controleerbaar door bijvoorbeeld bij de notarissen en advocaten exact aan te geven in welke gevallen men de melding moet doen. Opmerkelijk is dat in de Wet MOT nu uitdrukkelijk worden genoemd en gedefinieerd de shellbank en de correspondentbankrelatie. Voor de doorsnee burger is niet bekend dat een shellbank bijvoorbeeld een buiten Suriname gevestigde financiële dienstverlener is, die niet fysiek gevestigd is in het land waar het statutair gevestigd is en niet onderworpen is aan ‘geconsolideerd toezicht’. De correspondentbankrelatie is een vaste relatie tussen een bank in Suriname en een buiten Suriname gevestigde bank voor de afwikkeling van transacties of de uitvoering van opdrachten. Nu wordt het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties ook wel genoemd de Financial Intelligence Unit Suriname. Deze unit wordt een zelfstandig onderdeel van het ministerie van Justitie en Politie. Het meldpunt/unit brengt nu jaarlijks verslag uit aan de pg, niet meer per kwartaal. In de nieuwe wet wordt aangegeven dat het meldpunt de wijze bepaalt waarop meldingen worden gedaan. De aanpassing beoogt ook om voordat de aanmeldingsplichtige dienstverlener wordt gestraft, aanwijzingen worden gegeven aan degenen die niet op de juiste wijze, niet volledig of in het geheel geen melding hebben gedaan van een ongebruikelijke transactie. Hij moet de melding dan alsnog correct doen binnen een vastgesteld termijn. In de wetswijziging wordt ruimte gelaten voor uitwisseling van informatie met soortgelijke buitenlandse meldpunten, maar dan wel op basis van een memorandum of understanding. In de wetswijziging wordt een bepaling opgenomen, waarbij aan degene die meldt een bevestiging wordt gegeven. De wetswijziging heeft ook de bedoeling om personen die te goeder trouw een melding doen, te beschermen tegen schadevergoedingsvorderingen als door zijn melding schade voor anderen ontstaat. Belangrijk en nieuw is de invoering van de Commissie Meldingsplicht Ongebruikelijke Transacties, benoemd door de minister van Justitie en Politie. In deze commissie zitten vertegenwoordigers van overheidsdiensten die belast zijn met toezicht op de naleving van de Wet MOT, vertegenwoordigers van de Wet MOT en vertegenwoordigers van de financiële en niet-financiële dienstverleners. De commissie moet de minister adviseren over de inrichting en uitvoering van de meldingsplicht en de vaststelling van de indicatoren als bedoeld in het Besluit Indicatoren Ongebruikelijke Transacties. In de wetswijziging wordt het meldpunt/unit ook belast met het toezicht op de naleving van de Wet MOT en de Wet ID, naast de analyse van ongebruikelijke transacties. In de gewijzigde Wet ID is opmerkelijk dat de dienstverleners speciale procedures moeten instellen om na te gaan of hij een politiek prominente persoon als (potentiële) cliënt heeft en de bron van zijn vermogen. De status van de politiek prominente persoon houdt aan tot een jaar na beëindiging van een vooraanstaande openbare functie. Onder deze personen wordt verstaan personen die belast zijn of zijn geweest met een prominente
overheidsfunctie in het buitenland, bijvoorbeeld staatshoofden, regeringsleiders, prominente politici, hooggeplaatste ambtenaren, gerechtsdienaren of hoge militairen, directeuren van staatsbedrijven en belangrijke partijfunctionarissen. In deze wet komt het aspect van het ‘financieren van terrorisme’ uitdrukkelijk aan de orde. Voor terrorisme wordt verwezen naar het terroristische misdrijf van artikel 111b van het Wetboek van Strafrecht. Dienstverleners moeten bijzondere aandacht verlenen aan zakelijke relaties en transacties met personen uit landen, waarvan bekend is dat ze de internationale normen voor terrorismebestrijding en money laundering niet in acht nemen. Ook moet voorkomen worden dat nieuwe technologie wordt toegepast bij money laundering en financiering van terrorisme.
Welke effecten de wetswijzigingen direct zullen hebben op onze nationale belangen zijn niet geheel duidelijk, los van de nadelen die zouden kunnen komen vanwege het eventueel voorkomen op een blacklist. Het is interessant om straks te evalueren hoe de wetswijzigingen geplaatst zijn in het licht van het buitenlands beleid door oppositie en coalitie.