De krachtige windstoot van 20 juni 2012 heeft een groot deel van de samenleving, hulpverleners, beleidsmakers en de media bezig gehouden. Er is enorme vraag naar informatie in de samenleving over de preventie en hulpverlening na een dergelijke ramp met een grootschalige omvang. De media vervullen hierin een belangrijke rol, maar veel informatie blijkt niet correct te zijn en staat ter discussie. In dit artikel wordt nader ingegaan op de thema’s gevaar, risico, kwetsbaarheid en preventie van de samenleving met betrekking tot natuurrampen, management van natuurrampen en een klimaatmodel.
Op korte en lange termijn is Suriname niet bespaard voor het gevaar van natuurrampen. De afgelopen decennia zijn er al landelijk meer dan 25 lokale wervelwinduitstoten geweest, frequente overstromingen in de kustvlakte en het binnenland en het buiten de oevers treden van rivieren. Op lange termijn is de kustvlakte kwetsbaar voor zeespiegelstijging. Suriname staat volgens de statistieken van de UNDP op de lijst van de tien kwetsbare landen met een lage kustvlakte die in deze eeuw bedreigd worden door zeespiegelstijging. De vorming van een nieuwe vulkaan bij het eiland Azoren (noordwestkust van Afrika) vormt volgens het Amerikaanse Geologisch Instituut een bedreiging voor de kust van Noord- en Zuid-Amerika, wanneer zeewater in de krater terecht komt en door stoomvorming een immense uitbarsting zal plaatsvinden, identiek aan de Krakatouw vulkaan op Indonesië in 1886. Hoge zeegolven van 10 tot 30 meter hoog zullen na vijf uren de kust van Noord- en Zuid-Amerika bereiken. Wanneer precies de vulkaan tot uitbarsting komt, kan niet voorspeld worden.
De winduitstoot van 20 juni is het gevolg geweest van een extreme depressie voor de kust van Frans Guyana. Dit komt door de ITCZ (Inter-tropische Convergentiezone) die zich nu voor de noordkust van Zuid-Amerika bevindt en zijn invloed hier zal blijven uitoefenen tot eind juli of medio augustus. In deze periode kunnen we meerdere van deze windstoten verwachten. Overdag wordt het zeewater in deze zone sterk verhit en ontstaat hierdoor een lage luchtdruk (depressie). Het vasteland aan de kust koelt ‘s avonds snel af tot een hogedrukgebied, met als gevolg een extreem luchtdrukverschil op de twee locaties die de aanzet vormt voor de winduitstoot.
Het effect en bescherming van gebouwen tegen wervelwinduitstoot
De wervelwinduitstoot oefent een zuigkracht uit op alle vlakken wat het tegenkomt. Kwetsbaar zijn hoge bomen, elektrische bedrading en zinkplaten dakkappen. Een groot risico vormt de dakkap van woningen zonder ventilatie in de vliering, waardoor er een luchtdrukverschil ontstaat (binnen en buiten de vliering) en dit heel gemakkelijk wordt weggerukt. Een zinkplaten dak wordt overdag snel heet en ontstaat hierdoor in de vliering een lage luchtdruk die kwetsbaar wordt voor de wervelwinduitstoot. Binnen de vliering ontstaat een tegendruk waardoor de hele dakkapconstructie en de zinkplaten worden weggedrukt. De constructie van een zinkplatendak staat nu door frequente wervelwinduitstoot ter discussie: men zal op den duur moeten overschakelen naar een ander bouwmateriaal o.a. trapezium dakplaten of dakpannen die solide zijn en geen luchtdrukverschil creëren.
De beste manier om huizen en gebouwen te beschermen tegen wervelwinduitstoot is een goedgebouwd huis van gewapend beton, met ventilatie in de vliering, sterk genoeg om de felle wind te weerstaan en bescherming van het solide dak met riemankers. Het bewust creëren van een luchtdrukverschil binnen huizen en gebouwen, door alle ramen en deuren te sluiten tijdens de windstoot, vergroot het risico van het uit elkaar springen van glazen ramen en deuren. Beste preventie is om alles open te houden om luchtdrukverschil tussen binnen en buiten te minimaliseren. Een schuilplaats (stormkelder) binnen huizen en gebouwen komt niet voor in Suriname: bescherming binnenhuis is niet vrij van het risico van de zuigkracht van de winduitstoot, instortingen, brand door kortsluiting en vallende voorwerpen. In tornado risicogebieden worden stormkelders gebouwd of worden de mensen in de risicogebieden ondergebracht in shelters (noodhulpcentra). De opzet van een noodhulpfonds voor compensatie van de schade als gevolg van het natuurgeweld zal op korte termijn de nood van slachtoffers verlichten. Een duurzame oplossing is de aanpassing van de brandpolis, waarin een clausule moet worden opgenomen voor dekking van de schade als gevolg van een natuurramp.
Klimaatmodel voor management van rampen
In een wereld waar staten streven naar het opvoeren van de bewustwording van beleidsmakers, volksvertegenwoordigers en het publiek voor het risico van natuurrampen, zijn geavanceerde technologieën en een klimaatmodel belangrijke mechanismen voor het management van rampen. Het uitgangspunt bij het beheersen van klimaatgerelateerde rampen op korte termijn moet structureel gebaseerd zijn op het gevaar, de kwetsbaarheid en de preventie van de samenleving. Voor het meten en in kaart brengen van extreme verschijnselen van klimaatverandering zal de opzet van een ‘Model klimaat Instituut Suriname’ op lange termijn een structurele bijdrage leveren bij management van klimaatgerelateerde natuurrampen. Dit instituut zal een transdisciplinaire functie moeten hebben. Bij transdisciplinair onderzoek gaat het om het creëren van een omgeving waarin mensen uit verschillende – ook niet-academische – werelden vormgeven aan wederzijdse relaties en betekenisgeving. Het gaat om onderzoekers, beleidsmakers, adviseurs en mogelijk andere relevante partijen met verschillende kennis, ervaring en vaardigheden die intensief samenwerken o.a. meteorologen, klimatologen, hydrologen, ecologen, biologen, geografen en landbouwers, om op lange termijn te zorgen voor mitigatie en adaptatie van de verschijnselen van klimaatsverandering. In dit kader was onlangs de ̋ Climate Compatible Development Agency̋ geïmplementeerd, maar door gebrek aan ondersteuning (no respons) van een aantal ministeries is dit stopgezet. Het Model Klimaat Instituut Suriname zal worden ondergebracht in een ‘Controle Panel Room’ , waarin gebruik zal worden gemaakt van geavanceerde moderne technologie o.a. de informatie- & communicatietechnologie , het geografisch informatiesysteem ( GIS-landkaarten), de Global Position System (GPS satellietverbindingen) en Remote Sense, als belangrijke mechanismen bij management van natuurrampen als gevolg van klimaatsverandering, in samenwerking met een netwerk van hulpverleners.
Educatief bewustwordingsprogramma over klimaatsverandering.
Sedert 2008 wordt door het ministerie van Onderwijs een educatieve bewustwordingsinformatieprogramma uitgevoerd in het onderwijs op voj-niveau over het thema ̋ de bedreiging van de aarde door rampen, zijn wij erop voorbereid ? ̋. Het programma bestaat uit een PowerPoint slideshow over het broeikaseffect, klimaatsverandering, zeespiegelstijging, extreme weersverschijnselen, duurzame (groene) energie etc. en hoe studenten een bijdrage kunnen leveren om zich aan de effecten van klimaatsverandering aan te passen in de toekomst. Dit programma werd ook gepresenteerd aan relevante instituten van andere ministeries.
Hein Raghoebar M.Sc. (geograaf)