De voorzitter van de Vereniging Surinaamse Bedrijfsleven (VSB) heeft in een artikel gesteld dat buitensporige looneisen onze economie in gevaar kunnen brengen. Op zich is dat waar. Maar het is niet waar als gesuggereerd wordt dat de vakbonden buitensporige eisen stellen. In het artikel doet de voorzitter een uitspraak over de hoogte van het loon welke volgens hem “reëel” zou moeten zijn voor de werknemers in de financiële sector. De vakbonden hebben als eis gesteld dat het loon van de werknemers met meer dan 15% moet worden gecorrigeerd. Die looncorrectie is gebaseerd op de inflatie van 15,3% en het aandeel van de werknemers in de enorme groei van de bedrijven in de financiële sector. De voorzitter van de VSB is van mening dat een loonsverhoging van 12% reeds genoeg is voor de werknemers. Hij zegt niet op grond van welk onderzoek hij die 12% vaststelt, want het rapport van de Eclac, welke hij aanhaalt, zegt dat niet! Wat zijn de feiten?
Bij de presentatie van de halfjaarlijkse cijfers van 2011, zegt de directeur van de Hankrinbank dat deze bank een bijzondere winstgroei heeft meegemaakt, en wel zodanig, dat er een extra dividend van 14% wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. Extra dividend houdt in, dat de aandeelhouders extra geld krijgen, naast de structurele toename van de winst die er per aandeel is. Die extra 14%, hebben de werknemers in de sector niet gehad. De directeur wijst er op, dat er heel veel geld beschikbaar is in het land, vanwege de inkomsten van de staat en de verdiensten van de bedrijven, zoveel, dat hij zelfs waarschuwt voor oververhitting van de economie. Bij de presentatie van het jaarverslag van de DSB bank op 30 maart van dit jaar, zegt de directeur van de DSB bank, dat er 12,5 miljoen aan dividend wordt uitgekeerd. Dat is geld dat naar de aandeelhouders gaat. Indien de directies de totale achteruitgang in inkomen van de cao-werknemers corrigeren, kost dat niet meer dan 1,0 miljoen SRD, en dat is echt minder dan die 12,5 miljoen. De DSB bank heeft een winst van 35,7 miljoen, dus het is niet zo dat de bank die 1,0 miljoen niet kan betalen en die ene miljoen heeft echt geen inflatoire effecten op nationaal niveau. De werknemers hebben mede door hun inzet er zelf voor gezorgd dat die winst is ontstaan. De werknemers eisen slechts een sociaal rechtvaardige verdeling van die koek. Indien er zoveel geld voorhanden is, hoeven we ons echt geen zorgen te maken over de structurele verbeteringen binnen de bedrijven; ze hebben veel winst gemaakt en er is reeds veel geld geïnvesteerd voor nieuwe investeringen, dus het pleidooi van de VSB is niet correct. Integendeel moeten we een gedeelte van het geld stoppen in de volkshuishouding, zodat de koopkracht op niveau blijft en onze economie gezond. Natuurlijk moeten de eisen van de vakbonden binnen het redelijke blijven, en dat zijn ze ook.
De VSB heeft geen reden tot klagen; in een ander lokaal artikel wordt ook heel juist gezegd, dat men moet leren waarderen wat men heeft. In Suriname wordt door de werknemers een behoorlijke prestatie geleverd om onze bedrijven winstgevend te houden, de werknemers hebben recht op hun looncorrectie, met de inflatie als referentiepunt, zoals zelfs door IMF wordt weergegeven. In een door de Centrale Bank van Suriname uitgegeven document in februari 2012, stelt de governor dat loonsverhoging geen direct verband houdt met inflatie, maar dat de inflatie is veroorzaakt vanwege de geïmporteerde inflatie en vanwege de overheidsmaatregelen, die de prijsverhoging en daarmee inflatie hebben veroorzaakt. Ook de Eclac zegt niet dat loonsverhoging leidt tot inflatie. Wat Eclac stelt, is dat er niet te veel loonsverhoging gevraagd moet worden bovenop de inflatie, maar dat vragen de vakbonden ook niet!
Voor verschillende vakbonden ligt de zaak nu bij de Bemiddelingsraad (BR) en we hebben vertrouwen in de BR. De vakbonden krijgen niet wat zij gevraagd hebben, maar tot nu toe heeft de BR getoond zich niet te laten beïnvloeden. De BR heeft tot nu toe steeds op basis van redelijkheid en billijkheid bemiddeld en vaak een oordeel gegeven in arbeidsconflicten. Die non-beïnvloedbaarheid is noodzakelijk om het vertrouwen in deze onafhankelijke overheidsinstelling te behouden en daarmee de gewenste arbeidsrust te waarborgen.
Vakcentrale C-47