Jarenlang is de gedachte geweest dat Indonesiërs die zich in het buitenland hebben gevestigd, hun vaderland de rug hebben toegekeerd. Thans wil de Indonesische regering dat deze getalenteerde burgers een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van het land, waar zij en hun voorvaderen vandaan komen. Indonesië is op zoek naar grotere buitenlandse investeringen en wil wereldwijd zijn status verhogen. Gedurende drie dagen in juli aanstaande organiseert Jakarta een inaugureel Congres van de Indonesische diaspora in Los Angeles in de Verenigde Staten van Amerika. De bedoeling van dit congres is om de overzeese Indonesiërs bij elkaar te brengen om zodoende hun belangstelling te wekken voor de grootste economie van Zuidoost Azië en hen instrumenteel te doen zijn bij de ‘branding’ en ‘marketing’ van de Republiek Indonesië.
“Wij waren gewend om hun als ‘brain drain’ te zien, terwijl zij een ‘brain gain’ kunnen zijn. Alles wat nodig is, is hun de kans te geven dat te zijn”, zegt Dino Patti Djalal, de Indonesische ambassadeur in Washington DC, één van de sleutelfiguren van het Congres. Volgens Djalal is de Indonesische diaspora “een gemeenschap vol ideeën, expertise, kapitaal en netwerken. Zij bestaat uit migranten/arbeiders, ondernemers, studenten, professionals, artiesten, onderzoekers, vernieuwers en anderen. Met een Indonesië dat wereldwijd steeds prominenter wordt, is de diaspora een enorme strategische gemeenschap.”
Deze nieuwe uitdaging is geformuleerd geworden tijdens een grote bijeenkomst in Jakarta van de Indonesische ambassadeurs in februari van dit jaar. Hiermee gaat Indonesië de weg op die China en India reeds bewandelen bij het zoeken naar de vergroting van binnenlandse investeringen en zelfs ook het overhalen van de afstammelingen van vroegere emigranten voor terugkeer en werken in het land van hun voorouders of het ‘thuisland’. In dit verband kan verwezen worden naar de bekende uitspraak van de oud-premier van India, Atal Biharie Vajpayee, die bij de opening van de eerste Indiase diasporaconferentie in Nieuw Delhi in januari 2003 opmerkte “aap bahut door se aayee hain, lekin ghar aayee”(= u bent van heel ver gekomen, maar u bent thuis gekomen).
Bereids is India in 2003 ertoe overgegaan een ministerie van Overzeese Indiase Zaken in te stellen, dat jaarlijks een conferentie organiseert om zijn diaspora van 30 miljoen personen te involveren in de ontwikkeling van het land. Deze conferentie vindt jaarlijks plaats en begint altijd op 9 januari, de dag waarop Mahatma Gandhi uit Zuid Afrika naar India terugkeerde.
Ook Singapore heeft in 2006 een ‘Overseas Singaporean Unit’ opgezet voor het engageren van zijn inwoners in het buitenland, inclusief het houden op jaarbasis van een ‘Singapore Day’ in alle grote steden waar Singaporezen wonen.
Maar Djalal wil liever dat de nieuwe omarmingspoging van onderuit moet werken, dat wil zeggen, één die gedreven wordt door personen vanuit de diaspora zelf met eigen bedachte activiteiten. Zelf heb ik geen pasklare antwoorden, zegt Djalal, mijn job is een forum te verschaffen waar de antwoorden en oplossingen besproken kunnen worden. Zo zullen de congresdeelnemers zelf moeten beslissen of de ontmoeting in Los Angeles een jaarlijks terugkerende gebeurtenis zal zijn. Een vraag die zeker gesteld zal worden, is die van de dubbele nationaliteit, die de Indonesische wetgever niet c.q. nog niet toestaat. Maar sommige Indonesiërs zullen vragen om een herziening van de wet, zodat emigranten het gevoel krijgen dat zij toch horen bij het land van hun voorouders.
Op een totaal van 240 miljoen inwoners is de schatting dat ruim 6 miljoen Indonesiërs zich overzees gevestigd hebben. Er werken ongeveer 150.000 Indonesiërs en Amerikanen van Indonesische afkomst in de Verenigde Staten, de meesten zijn hooggeschoolde professionals.
Eén van de organisatoren van het congres, de in de Verenigde Staten wonende Mohamed Al-Arief, zegt dat een ieder die belang stelt in Indonesië welkom is op de bijeenkomst. “Het maakt niet uit of men niet of niet langer Indonesiër is, als men maar een band heeft met Indonesië en zich deel voelt van de wereldwijde Indonesische gemeenschap.” Volgens Al-Arief kan zelfs president Obama beschouwd worden als een lid van de Indonesische diaspora; zoals bekend heeft de Amerikaanse president van zijn 6e tot zijn 10e jaar in Jakarta gewoond, waar hij de Besuki openbare school in de wijk Menteng heeft bezocht. Zijn stiefvader, Lolo Soetoro, was een Indonesiër.
Op de agenda van het congres staan diverse onderwerpen, zoals het creëren van jobs en het starten van een onderneming in de uitgestrekte Indonesische archipel als mede tentoonstellingen over batik en een ‘food fair’.
Het congres zal worden toegesproken door president Susilo Bangbang Yudhoyono, minister Mari Elka Pangestu van Toerisme en Creatieve Economie en de managing director van de Wereldbank, Sri Mulyani Indrawati . Van 2005 tot juni 2010 was Sri Mulyani de minister van Financiën van de Republiek Indonesië; in 2011 plaatste Forbes Magazine haar op de lijst als de 65ste machtigste vrouw ter wereld.
Volgens Anand Krishnan is het in juli te houden congres een realisatie van één van de door president Soekarno op 1 juni 1945 geformuleerde Pancasila principes, met name, democratie, waarbij het niet moet gaan om een “meerderheid – minderheid dichotomie”, maar om de geest van “één voor allen, allen voor één, en bovenal allen voor allen”.
Krishnan wijst er op dat de geest van ‘Diaspora’ in het algemeen ook terug te vinden is in een zeer bekend Hindilied uit 1955, met name:
“Mera joota hai Japani (mijn schoenen zijn Japans)
Yeh patloon Inglistani (mijn pantaloon is Engels)
Sar pe lal topi Roosi (de rode hoed op mijn hoofd is Russisch)
Phir bhi dil hai Hindustani” (maar toch, mijn hart is Indiaas)
De organisatoren hopen dat op deze bijeenkomst van de Indonesische diaspora de overzeese Indonesiërs hun verbondenheid met Indonesië versterken en bevestigen en collectief modellen zullen aandragen hoe de ontwikkelingen in Indonesië verder versneld en verhoogd kunnen worden en hoe zij hiertoe kunnen bijdragen.
R.Alihusain