Berichten in twee categorieën zijn heel opvallend geweest in het recente nieuws. Die twee categorieën hebben te maken met onderwijs, de hoofdoorzaak voor criminaliteit, en berovingen en eigenlijk ook de aanpak althans reactie van de politie. Zo wordt in de media gemeld dat schoolkinderen van het voj uit Klaaskreek niet konden beschikken over schoolvervoer; ze zijn uit de bus gezet. Het gaat hier om kinderen uit het binnenland, kinderen die als een kwetsbare groep worden aangemerkt onder de groep kinderen in Suriname. Het probleem bleek te zijn dat zij niet de beschikking hadden over hun buskaart, waardoor deze kinderen dan technisch niet gerechtigd zijn het busvervoer te gebruiken. De repetitie van de kinderen is door de buskaart-situatie in gedrang gekomen. De oorzaak van het probleem is dat de buskaart gekocht moet worden bij de betreffende chauffeur, die op een gegeven moment geen kaarten zou hebben. Een schooldirecteur en functionaris van de organisatie, waar de onderhavige bushouders zijn aangesloten, verklaart dat in principe alleen Minov de buskaarten mag verkopen. Dat is dus in de stad. De chauffeur kon, door de kaarten voor te schieten en in de stad te kopen, de ouders tegemoet komen. Aanbevolen wordt dat de buskaarten gemakkelijker te betrekken zijn. Een optie is om de kaarten ter beschikking te stellen via het districtscommissariaat en de bestuursopzichters (BO)-kantoren. Behalve een overheidsverantwoordelijkheid van deconcentratie van diensten, is ook relevant de eigen verantwoordelijkheid van de ouders. Die moeten ervoor zorgen dat hun kinderen op tijd over de buskaart beschikken. De buskaart is een faciliteit van de regering om het onderwijs bereikbaarder te maken. Den vijfde van de maand is de deadline voor de controle, ouders moeten letten op deze deadline. Dus het onderwijsproces in het binnenland heeft nog haken en ogen in allerlei soorten, niet alleen op school. Recentelijk heeft de nieuwe minister van Justitie en Politie bij een van zijn eerste interviews aangegeven dat uit zijn persoonlijke analyse van gevangenis- en criminaliteitsdata is gebleken dat een heel groot deel van de zware criminelen nauwelijks een basisopleiding heeft genoten en zelfs analfabeet is. Daarom is een deel van de Surinamers niet in staat een echte Surinamer te zijn. De buskaartensituatie brengt ons bij doordenken bij criminaliteit. De Staat moet door meer budget vrij te maken voor onderwijs, voorkomen dat criminaliteit ontstaat. Dan hoeft minder aan Justitie en Politie en gevangenissen uitgegeven te worden. De samenleving wordt dan minder gewelddadig en hoeft de politie geen geweld toe te passen. Zo zijn vier vermoedelijke rovers rond middernacht omgekomen door speciale eenheden van de politie en militairen. De eenheden hebben een voertuig onder vuur genomen dat vermoedelijk een juwelierszaak in de Maretraite Mall op zeer gewelddadige wijze hadden beroofd. Een deel van de bende was al eerder ingerekend. Het ging om de rest van de roversbende. In de media werd ook melding gemaakt van de beroving van een slijterij door twee criminelen te Albina. Het lijkt alsof er weer sprake is van een golf van criminaliteit. Het lijkt alsof elke nieuwe minister wordt uitgetest door de criminelen. De vorige minister verlegde bij elke discussie over de aanpak van de criminaliteit de nadruk op de situatie in de gevangenissen. De ex-minister heeft een lange weg afgelegd om uiteindelijk te erkennen dat er een criminaliteitssituatie bestond. Maar eerst was er een golf die over zou gaan. De nieuwe minister heeft reeds heel vroeg de oorlog verklaard aan de criminelen. Hij haalt veel feiten aan over omstandigheden die hem in een andere directiebetrekking bekend waren, waaraan hij overigens niet veel deed. Criminaliteit kan weggeschoten worden, maar dat is een korte termijn plan. Heel belangrijk is de preventie en dat kan alleen door onderwijs en brede onderwijsfaciliteiten, ook door middel van gezinsondersteuning. Het is nooit weggegooid geld. Er moet zwaar getild worden aan de drop-out-cijfers. Het aantal kinderen dat afvalt van het glo-onderwijs moet minimaal en eigenlijk nul zijn. Minov moet heel zwaar tillen aan de drop-outs op de lagere school en landelijk, dus ook in het binnenland, in de volksbuurten, in de Hindoestaanse vestingen en ook in de kampongs. Er moet gericht beleid zijn om kinderen zo lang mogelijk op school te houden. De percentages moeten duidelijk bekend zijn als mede de streefcijfers om de zaak terug te brengen. Een aantal ministeries moet met elkaar samenwerken om dit te realiseren, waaronder Minov en Sozavo. Het best kan de onderwijszaak wat het stukje van de interdepartementale samenwerking betreft, getild worden naar een hoger niveau. Dan kan er een beter resultaat worden geboekt.