De 36-jarige arts, S.M, werd gisteren als getuige gehoord in de groepsverkrachtingszaak, waarin Jimmy K. alias Potlood, Ashwien H. alias Tjurkiman, en Rayen R. terecht staan. Rechter Albert Ramnewash had behoefte om de arts te horen, omdat zij het 16-jarige slachtoffer had onderzocht. S.M. gaf aan dat zij als een algemene arts de onderzoekingen had verricht. Zij had na de behandeling te goeder trouw het slachtoffer verwezen naar een gynaecoloog. S.M. had wel scheurtjes en klonterig bloed waargenomen. Op 10 oktober 2011 deed het meisje aangifte bij de politie. Op die zelfde dag werd zij naar de arts gebracht bij AZP. De arts onderzocht het meisje en maakte een visum op. De datum op het visum klopte echter niet. De arts had in plaats van 10 oktober, 9 oktober vermeld. “Zo breng je mensen op het verkeerde been”, merkte de rechter op. De arts beaamde dat zij niet oplettend was geweest.
Naast deze opmerking confronteerde de rechter S.M. met het feit dat een accoladeteken was geplaatst op het visum. Hieruit concludeerde de desbetreffende brigadier van politie dat het slachtoffer niet meer naar de vrouwenarts hoefde te gaan. Zij is dan ook niet bij de gynaecoloog geweest. De arts gaf echter aan dat het slachtoffer niet op basis van het accoladeteken niet gebracht is naar de gynaecoloog. Zij geven altijd door aan begeleiders en de desbetreffende politieagenten dat de patiënt naar de specialist wordt verwezen. S.M. gaf aan dat zij niet bewust de fout heeft begaan. Advocaat Irvin Kanhai, die alle drie verdachten verdedigt, gaf aan dat in dit specifieke geval het visum niet is afgegeven door een specialist. Hij gaf aan dat hierdoor er twijfels kunnen ontstaan. De arts bleef even wel erbij dat er seksuele handelingen zijn gepleegd met het meisje. Dat heeft zij in elk geval wel in het door haar opgemaakte visum vermeld.
Na het getuigenverhoor hebben alle drie verdachten hun laatste woord gevoerd. Zij hebben elk aangegeven dat zij onschuldig vast zitten. Bovendien verzochten zij de rechter om hun naar huis te sturen.
Aan de verdachten worden het verwijt gemaakt dat ze op 9 oktober 2011 de 16-jarige A.P. tezamen en in vereniging hebben verkracht. De openbare aanklager achtte het feit wettig en overtuigend bewezen. Tegen Rayen R. eiste het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf van 2½ jaar. Potlood en Tjurkiman hoorden elk een hogere straf tegen zich eisen, namelijk 4 jaar met aftrek. De betrokken raadslieden hebben hun pleidooi reeds gehouden. Op de volgende zitting zal de rechter tot een beslissing komen. De verdachten blijven nog in voorarrest.
Saskia Bandhan