Verschillende parlementariërs hebben hun ontevredenheid geuit over de voor hun nog onduidelijke opbouw van de tarieven, die gehanteerd worden voor bloedproducten. Gisteren was het de beurt aan de regering om antwoord te geven op de vragen van het parlement betreffende de Wet Bloedvoorziening, die in behandeling is. Minister Michel Blokland van Volksgezondheid, die evenwel een positieve indruk maakt op het college, vroeg naar meer tijd om diepgaand in te gaan op een aantal vragen, die in tweede rondezijn gesteld. De minister zei dat er conform de wet een raad wordt geïnstalleerd, die zich zal bezighouden met de tarieven en de bekrachtiging daarvan. De raad zal volgens de bewindsman reeds eind deze maand in place zijn.
BEP-parlementariërRonnyAsbinamerkte op dat het bloedbank zicht dient te houden aan de opbouw van de tarieven voor bloed en bloedproducten. Die duidelijkheid moet er volgens Jessurunkomen, temeer er opmerkingen gemaakt zijn in het parlement alszou bloed van donoren verkocht wordenvoor ‘bloedgeld’, zei DA‘ 91-assembleelid Winston Jessurun. “Er is onrust in de samenleving ontstaan door opmerkingen en die duidelijkheid over de hoogte en de opbouw van de tarieven moet komen om die onrust weg te maken.” Asabina zegt dat niet de sector, maar de overheid moet aangeven welke kosten meegenomen kunnen worden in de prijsbepaling van bloedproducten.Hij stelde de vraag of ook de dienstauto van de leiding van deze instellingen moet worden meegenomen in de prijsbepaling. Hij opperde dat in ieder gevalhet administratief kader, dat zich zal ontwikkelen vanwege de nieuwe regels en voorwaarden, meegenomen zal worden in de tarievenstructuur.
DOE-parlementariër Carl Breeveld hamerde ook op meer duidelijkheid van de tarievenopbouw vooral voor de ziekeninstellingen en de patiënt, die uiteindelijk zal moeten betalen voor het bloedproduct. Het parlement eiste ook meer duidelijkheid over de productaansprakelijkheid. De minister gaf in zijn beantwoording aan dat organisaties in de bloedvoorziening een aansprakelijkheidsverzekering mogen sluiten. De leden Asabina en PremdewLachman zijn van mening dat die aansprakelijkheidsverzekering niet vrijblijvend mag zijn, maar verplicht moet worden bijgesteld. Asabina wilde ook weten welke partij zich beschikbaar gaat stellen voor de aansprakelijkheidsopbouw. “Moeten de bedrijven het halen uit de reserves of gaat de overheid helpen subsidiëren?”, vroeg het lid zich af. Het is de bedoeling dat de bewindsman volgende week met een bevredigend antwoord komt richting het parlement.