In de fraudezaak van Surpost staan de twee ex-directieleden, Carlo Godlieb en Steve Ravenberg, en een douaneambtenaar, Kariman Mohamedoemar, terecht. Rechter Sieglien Wijnhard hoorde gisteren twee ex-president-commissarissen van Surpost. De eerste was mevrouw K. Zij heeft vanaf eind januari 1997 tot november 2004 gefungeerd als president-commissaris van het voornoemd bedrijf. Zij gaf aan tijdens haar periode geen vreemde handelingen dan wel frauduleuze zaken te hebben waargenomen. Pas toen zij was afgetreden, vernam zij dat de directieleden verdacht werden van verduistering, oplichting, valsheid in geschrifte en overtreding van de Wet Money Laundering. De rechter toonde twee machtigingen aan K. Zij gaf aan dat zij op beide haar handtekening herkende, echter kende zij de inhoud van de machtiging, gedateerd 22 september 2004, niet. Zij gaf aan dat in die periode een andere RvC benoemd zou worden, dus zij waren als het ware niet actief. Indien het zo zou zijn dat zij die machtiging daadwerkelijk getekend had, moest de zittende RvC het hebben bekrachtigd.
De tweede president-commissaris was vanaf 2004 tot 2010 actief. In die periode heeft zij wel machtigingen verstrekt, maar het waren geen algemene machtigingen. Zij was wel op de hoogte dat Godlieb leningen was aangegaan.
De derde getuige was een inklaarder. Hij gaf op de vragen van de advocaten te kennen dat hij niet zo uit het hoofd een bevestigend antwoord kon geven zonder enig bewijs. Uit zijn verklaring die hij bij de politie had afgelegd, blijkt dat Kariman SRD 70.000 voor de inklaarder had gebracht. Op de zitting beweerde de getuige dat hij niet met zekertijd kon zeggen dat Kariman het geld persoonlijk aan hem had afgegeven. Het kan zijn dat hij via een loper het geld zou hebben opgestuurd. Op 5 juli wordt deze zaak hervat. Alle verdachten in deze zaak zijn voorlopig in vrijheid gesteld. Zij werden aangezegd om aanwezig te zijn op de volgende zitting.
Saskia Bandhan