De minister van Justitie en politie, Edward Belfort, is bezig met paniekvoetbal. En de weg van de eerste weerstand is de tegenpartij aanvallen. Dit is volgens Gustaaf Gallant, voorzitter van de Bond van Penitentiaire Ambtenaren in Suriname (BPAS), waarmee minister Belfort nu bezig is.
Net als de vorige minister van Volksgezondheid zal ook hij zijn eigen braaksel moeten inslikken, zegt de bondsvoorzitter. Hij geeft aan dat de bond overwegende is om een rechtszaak tegen de Justitieminister aan te spannen om de gedane uitspraken publiekelijk te rectificeren. 19 juni nadert. Op deze dag zal de rechter in kort geding in de slepende zaak van het ministerie van Justitie en Politie tegen de BPAS mogelijk vonnis wijzen. Op de zitting van 15 mei bevestigde de magistraat nog eens dat het ministerie zich dient te houden aan de overeenkomst, inhoudende de herstructurering van de penitentiaire dienst. Volgens Gallant heeft het ministerie van Justitie en Politie nog steeds geen uitvoering gegeven aan de rechterlijke instructies.
De houding die de Juspol-minister heden ten dage aanneemt, wordt afgekeurd door de bond. Gallant vindt dat niemand zo kan omgaan met een partner. Afgelopen week kwam het tot een clash tussen de minister en de bondsvoorzitter. Het dienstvoertuig dat de bondsvoorzitter tot zijn beschikking had, werd door minister Belfort ingetrokken. Gallant zegt dat het voertuig bij de vereniging in gebruik was. Dit was zo zelfs voordat hij in dienst trad. Verschillende voorzitters kregen de beschikking over een voertuig als representant.
Er zijn protocollaire afspraken gemaakt, waarbij zelfs kleding is toegekend aan het bestuur van de bond, voornamelijk de voorzitter. Dat is al zeker een aantal jaren het geval. De minister heeft aangegeven dat het dienstvoertuig is ingetrokken, omdat op kosten van de dienst er per week meer dan 400 liter wordt getankt, zonder dat de auto optimaal voor de dienst wordt ingezet. Gallant zegt dat het maar een drogreden is geweest om de auto bij hem weg te halen. “Er is nooit eerder een gesprek geweest over het benzineverbruik.” Het jammerlijke van alles vindt Gallant dat er een onjuiste weergave van de situatie de wereld in wordt gestuurd.