Zijn wij deel van de groene economie? Dat is de vraag die de VN gisteren presenteerde aan de lidlanden in verband met de World Environment Day (Wereld Milieudag). Deze vraag en tegelijkertijd het thema is relevant, omdat veel personen zich afsluiten van de wereldproblematiek rondom het milieu, sommigen simpelweg omdat ze het concept van een ‘groene economie’ te ingewikkeld vinden. Dat is ook het geval in Suriname, de doorsnee burger weet niet wat ‘groene economie’ inhoudt. Die onwetendheid is niet nodig, omdat het concept heel eenvoudig is en er een rol is weggelegd voor een ieder. De groene economie is de economie die aan de ene kant zorgt voor verbeterd welzijn en sociale evenwichtigheid, terwijl aan de andere kant het milieu minimale risico’s loopt en geen uitputting in het milieu optreedt. Een groene economie vervuilt dus veel minder, verspilt geen natuurlijke hulpbronnen en sluit niemand uit. Is de Surinaamse economie een groene economie? In de praktijk komt de groene economie neer op een economie, waarvan het inkomen en de werkgelegenheid gedreven wordt door overheids- en private investeringen, die tegelijkertijd kooldioxide uitstoot en vervuiling tegengaan en verspilling van energie en hulbronnen voorkomen en vriendelijk zijn voor de biodiversiteit en ecosystemen. Aangezien inkomsten, om te besteden aan een sociaal programma bijvoorbeeld, in enige mate toch wel het milieu uitputten, is het noodzakelijk dat die staatsuitgaven zonder verspilling geschieden. Als de hele economie gebaseerd is op de groene filosofie, hebben consumenten, werkgevers, werknemers, schoolgaanden, opvoeders, parlementariërs, ambtenaren en beleidsmakers daarin een rol te vervullen. De groep ingezetenen die niet tot deze categorieën behoort, is heel klein, ook in Suriname. Bij een gericht beleid, met als doel het groen maken van de economie, is dus nagenoeg iedereen betrokken
Onze economie en de staatshuishouding leunen nog zwaar op de mijnbouw. We zijn sterk afhankelijk van goud, olie en bauxiet. Het groen maken van de economie en het betrekken van ingezetenen daarbij vereisen een lange weg. De wereldcrisis, waarvan wij nog de naschokken voelen, begon in 2007. Een van de voornaamste lessen die de VN zegt te hebben geleerd, is dat het doen van zaken op de wijze zoals dat altijd is gebeurd, geen optie is. Bij de herinrichting van de economieën wordt nu aanbevolen om te bouwen aan een groene economie vanaf de basis. Daardoor ontstaat tegelijkertijd een duurzame economie. In 2008 lanceerde het Milieuprogramma van het VN ‘Green Economie Initiatief’ (GEI), een programma dat een uitgebreid en praktisch mechanisme biedt via analyses en ondersteuning van het milieubeleid van de overheid, gericht op het stimuleren van groene sectoren en het ‘groenen’ van sectoren die nog milieuonvriendelijk zijn. Het GIF maakt aan de wereldgemeenschap bekend van de acties die overheden en bedrijfsleven in de landen ondernemen om te geraken tot een groene economie. Het GEI biedt ook adviserende diensten en doet veel wetenschappelijk research die overheden en bedrijfsleven kunnen gebruiken. Groene investeringen en de vergroening van de economie leveren groene banen op. In 2008 waren meer dan 2.3 miljoen personen al in zes grote landen (China, Denemarken, Duitsland, India Spanje en de United States) betrokken in groene banen in de laagvervuilende sectoren. Brazilië, een van de snelst groeiende economieën, trad als gast op bij de herdenking van Wereld Milieudag. Eerder gebeurde dat in 1992. Brazilië probeert thans een voorbeeldland te zijn voor een groene economie, waarin veel wordt gerecycled, veel aandacht is voor hernieuwbare energie en gestreefd wordt naar zoveel mogelijk groene banen. Het land zal deze maand nog de Rio+20 organiseren. Op deze conferentie zal het samengaan van een aantal vernietigende factoren aan de orde komen. De wereld worstelt met een economische crisis, springende olieprijzen, groeiende degradatie van ecosystemen en extreme weersomstandigheden. Deze met elkaar in verbinding staande crises brengt het vreedzaam samenleven van naties in gevaar. Rio+20 zal een forum bieden aan de regeringen en belangengroepen om over de bedreigingen te discussiëren.
Kijken we naar de Surinaamse situatie dan is het onoverkomelijk dat weer eens issues ter sprake zullen komen. Wij zijn nog niet in staat om onze afval gescheiden op te halen, laat staan te recyclen. Er is geen wijdverbreid bewustzijn om zo min mogelijk papier te gebruiken. Bij het bedrijfsleven is het principe van de groene economie nog niet doorgedrongen, met uitzondering van een paar grote bedrijven die kapitaal betrekken op de internationale markt. Voor het kwikprobleem zijn er oplossingsplannen en –modaliteiten, maar tot een begin van aanpak moet nog overgegaan worden.