‘Misschien zouden we zelfs rijst moeten importeren’, zegt politiek-analist Hardeo Ramadhin in het kader van 139 jaar Hindoestaanse Immigratie op 5 juni. Als nakomeling van de Brits Indiërs stemt het hem bijzonder goed dat de Hindoestaanse immigranten voet aan wal hebben gezet op de Surinaamse bodem. ‘Ik ben heel blij dat zij het besluit hebben genomen naar Suriname te komen.’ De Brits-Indische immigranten zijn ook binnengehaald in Guyana. Daar waren ze eerder aanwezig. Pas na 35 jaar werd de eerste groep Brits Indische immigranten Suriname binnengebracht.
Ramadhin stelt duidelijk dat de Staat in het verleden ertoe moest overgaan tot het importeren van rijst. Hierna werd deze sector overgenomen door de nakomelingen van de Brits Indiërs. Zij beheersen deze sector nog steeds ondanks alle euvels. Het is en blijft voor Ramadhin een vraagteken op welke wijze het hoofdvoedsel rijst geproduceerd zou worden indien de nakomelingen van de Brits Indiërs zich niet in Suriname hadden gevestigd. ‘Misschien zouden we rijst moeten importeren. De nazaten van de immigranten zijn op kleine schaal begonnen met het planten van rijst. Nu wordt het product zelfs geëxporteerd.’
De politiek-analist stelt ook duidelijk dat de voorouders eerst alleen aan landbouw deden. ‘En vandaag de dag zien wij dat de nazaten niet alleen in de landbouw zitten maar in alle sectoren.’ Ondanks het feit dat er geen mogelijkheden waren voor vervolgstudie na de lagere school, hebben velen een hoge plaats op de maatschappelijke ladder weten te verwerven, dankzij hun eigen inzet. Jagernath Lachmon en Adhin zijn enkele van de personen. ‘Er zijn nog meerdere personen die hun stempel hebben gedrukt in Suriname.’
Ramadhin ervaart dat jongeren van tegenwoordig het te snel opgeven. Doorzettingsvermogen is de basis om hoger te klimmen op de maatschappelijke ladder, zegt hij met nadruk.
Asha Gajadien-Bhagwat