De Ahmadiya Anjuman Isha`at Islam Utrecht (AAIIU) heeft voor de derde keer een buitengewoon geslaagde gedenking van de Hindoestaanse Immigratie gehad in zaal Estee te Hoofddorp. Deze dag stond in het teken van de Hindoestaanse Immigratie met het accent op de vestiging en ontwikkeling van de Islam en moslims in Suriname en Nederland. De twee sprekers, Glenn Ilahibaks en de historicus dr. Rajinder Bhagwanbali, presenteerden het immigratieverhaal op gepassioneerde wijze aan het publiek. Ook bijzonder was het interview met mw. Leela Sarup uit India. Zij is een autoriteit op het gebied van onderzoek naar Hindoestaanse contractarbeiders. Mw. Sarup was in gezelschap van professor Chan Choenni en dr. August Choenni.
In het vraaggesprek gaf mw. Sarup aan onder de indruk te zijn van de harmonie tussen de hindoes en moslims op het podium en in de zaal. Ook was zij ontroerd door de woorden van de alom bekende dichter en zanger Raj Mohan, die met zijn gezongen gedicht “Kantraki” heel treffend de gevoelens van de contractarbeider wist neer te zetten. De tweetafelgesprekken met als prikkelend thema “De moslim draait door ?” gaven aan dat de AAIIU zelfkritiek niet uit de weg gaat. De tafelgasten werden uitgedaagd door de gespreksleiders Saadia Ilahibaks-Gulzar en Max Lalmohamed, voorzitter van de AAIIU, en het thema werd afgesloten met de conclusie dat de moslims zich goed ontwikkelen en hiermee gestaag doorgaan. Een aantal van de tafelgasten waren de voorzitters van de verschillende Ahmadiya zusterorganisaties in Nederland en de vicevoorzitter van de VHP Nederland.
Er was uiteraard ook muziek, zang en dans van verschillende performers. Een absolute topper was het schitterende dansspektakel van de Utrechtse formatie Divine Diversity. Deze dag is op een bijzonder aangename wijze gepresenteerd door de dagvoorzitter Shafira Gulzar-Muradin, secretaris van de AAIIU. Het Sarnamihuis vroeg aandacht voor de 140-jarige Immigratiedag in 2013. De AAIIU denkt nog na over haar input in deze, maar kan voor dit jaar terugzien op een zeer geslaagde dag.
