De rechter in het 8 decemberstrafproces moet snel een uitspraak doen of de Amnestiewet wel of niet in strijd is met de grondwet en Surinames internationale verplichtingen. Dit staat in het jongste rapport van de Internationale Commissie van Juristen, dat is opgesteld door Jeff Handmaker. Intussen heeft de Krijgsraad beslist dat de Amnestiewet niet in gedrang is met Surinames internationale verplichtingen en de grondwet.
Op bladzijde 14 van het tussenvonnis van 11 mei staat dat de nabestaanden in hun rechtsbeleving niet zijn beknot. Ook vallen de misdrijven die op 8 december 1982 zijn gepleegd niet onder misdaden tegen de menselijkheid. De Amnestiewet druist niet in op de internationale verplichtingen van Suriname.
De Amnestiewet is niet in strijd met de grondwet. In artikel 10 staat dat een ieder, wanneer hij zich in zijn recht voelt aangetast, naar de rechter mag stappen. In het volgende artikel staat dat niemand die persoon mag tegenhouden. De Krijgsraad vindt dat de nabestaanden volledig gebruik hebben kunnen maken van dit recht.
De ICJ stelt verder in haar rapport dat zij veel respect hebben voor de Surinaamse rechtsspraak. ‘ICJ is nog steeds van oordeel dat er in Suriname ruimte is voor een eerlijk proces. Mede door de nu ontstane vertraging staat deze ruimte in dit proces wel onder druk.’
De krant heeft Handmaker niet kunnen bereiken. Opvallend genoeg stond dit rapport bij het te perse gaan van dit bericht niet op de website van de ICJ.