Op de tribunes is vrijdagavond gemengd gereageerd op de uitslag van de wedstrijd tussen Suriname en Suriprofscombinatie tegen het B-elftal van buurland Guyana. De wedstrijd werd met 2-1 verloren. Vele toeschouwers, waaronder ook voetballers van de Topsectie, konden het nut van het combineren dan wel verrijken van het Surinaams team met een internationaal element niet inzien. Die kritiek werd duidelijk geuit. De wedstrijd is best wel het evalueren waard, en wel tegen de achtergrond van mogelijke plannen die er zouden bestaan om internationale voetballers met Surinaamse roots te interesseren om het Surinaams nationaal team te versterken. Dat is dan in de trend van Jamaica en Trinidad toen zij het WK haalden. De nuance moet dan wel gepleegd worden dat er relatief meer Jamaicanen en Trinidadianen met een nationaal paspoort in het buitenland voetballen dan Surinamers. Die groep Surinamers die het voor elkaar krijgt om in hogere competities uit te komen, wordt steeds kleiner. Wij hebben dus ook heel weinig spelers met een Surinaams paspoort om naar huis te halen. Punt is wel dat het B-elftal van Guyana in staat is een heel tactische wedstrijd te spelen. Dat het mix-team van Suriname over een aantal spelers beschikte dat op een hoger niveau acteert dan overige spelers, was wel duidelijk te zien en wel in de eerste helft. Maar er was geen chemistry met de Surinaamse spelers die de bal minder strak aanspelen, minder gericht passen en de bal relatief problematischer verwerken. De jongens die op een hoger plan acteren, hebben het nagelaten om risico’s te nemen, dus om te penetreren. Op gegeven moment, naar mate het doel van de tegenstander bereikt wordt, nemen de kansen op fysiek contact met de tegenstander toe. En dat brengt ons dan naar de plannen die de SVB heeft met de zogenaamde ‘buitenlandse jongens’. Het is wel zo dat voor het eerst na jaren er vanuit regeringszijde concreter gesproken wordt over de inzet van de potentie met Surinaamse roots. Maar er zijn geen formele plannen om met een aantal geselecteerde buitenlandse jongens iets duurzaam te doen. Het elftal van vrijdag was dus een gelegenheidselftal. De buitenlandse pers zal niet wakker liggen van een ten onder gaan tegen B-elftal van Guyana door een team dat prof-voetballers die o.a. in Nederland voetballen, herbergt. In het beleidsplan 2010-2013 van de SVB is een van de vier hoofddoelen het kwalitatief versterken van de nationale competitie en het nationaal team. Concrete korte of lange termijndoelen met spelers met Surinamse roots of over de dubbele nationaliteit zijn daarin niet genoemd. Wel wordt melding gemaakt van een voorgenomen ontwikkeling van een masterplan over het management en de organisatie van de nationale selecties. Deze plannen ontbreken in de afgeleide doelen en ook in de strategieën. Er wordt hierbij veel aandacht gegeven aan het ontwikkelen van het jeugdvoetbal vanaf een U-7. Dat is een succesformule als het wordt uitgevoerd en opeenvolgende besturen blijven investeren daarin. Alleen moeten wij het begin van uitvoering van de programma’s nog zien. Interessant is ook het begin dat aangekondigd is van het onderzoeken van de haalbaarheid van een professionele competitie in samenwerking met de universiteit. De Suriprofs komen wel voor in het beleidsplan, maar meer als ondersteuners. De SVB heeft dus in de vier hoofddoelen voor de periode 2010 – 2013 geen plannen die al als afgeleide doelstelling of strategie concreet zijn geformuleerd. Het resultaat daarvan gaat zijn dat samenkomsten van Suriprof-jongens en van de nationale selectie (of uit de nationale competitie) niet te beoordelen zijn tegen het licht van wenselijkheden in de voetballerij om de krachten te bundelen via een dubbele nationaliteit, een verschijnsel welke niet onbekend is bij de Fifa. Met andere woorden er valt geen waardeoordeel te geven over de prestatie van het mix-elftal. Het is geen onderdeel van SVB-plannen gericht op de nationale selectie. Er valt veel begrip op te brengen voor de houding van de professionals uit Europa. Ze verdienen hun brood met hun sportieve fitheid en dat gaan ze niet op het spel zetten voor een toernooi dat niet ingebed is in het SVB-plan wat betreft het upgraden van de nationale seniorenselectie. Moeten we dus ontevreden zijn over het verlies tegen een B-elftal van de Guyanese seniorenselectie? Tegen bovenstaande achtergrond kan je ‘neen’ zeggen. Wellicht was het beter geweest als onze echte nationale selectie had meegedaan. Wellicht was het een verloren moment. Wat wel evident is, is dat onze westerburen vorderingen aan het boeken zijn en de zaak, dus ook de randvoorwaarden met werkgevers, goed aan het aanpakken is. De A-selectie heeft het kunnen presteren om in de Concacaf-kwalificaties te kunnen winnen van voormalige WK-ganger Jamaica. De volgende tegenstander is Mexico. Dat wordt een ware graadmeter voor het niveau van het Guyanees voetbal. Met betrekking tot het afgelopen toernooi zelf kan opgemerkt worden dat vanuit de organisatie tegenover de gasten een meer neutrale rol kan worden aangenomen. Bij het omroepen moet geen partijdige houding aan de dag worden gelegd. Met betrekking tot gevoelens in de politiek en de voetbalwereld om buitenlandse krachten aan te trekken, moet aangegeven worden dat een mix zeker kans van slagen heeft. Alleen, het systeem hebben wij nooit in een plan uitgetest.