De gebouwen op en rond het Fort Zeelandia-complex worden ontruimd. Dit vindt plaats in het kader van het stadsverfraaiingsproject. De ontruiming moet op 1 september 2012 een feit zijn. Dit zou zijn vermeld in een brief afkomstig van het kabinet van de president. Het schrijven zou afkomstig zijn van directeur Eugene van der San van het kabinet van de president en is gedateerd 21 mei 2012. Het schrijven is verstuurd naar directeur Cultuur, Stanley Sidoel. De gebruikers van de gebouwen op voornoemd complex staan perplex. Sommigen panden, in het bijzonder de panden van het Surinaams Museum, zullen binnen een maand tijd ‘ingeleverd/gevorderd’ dienen te worden.
Volgens de website Obsession Magazine is het ‘doel van de actie om een nieuwe culturele invulling geven aan het Fort Zeelandia-complex, die past bij de inzichten van de regering’. ‘De officierswoning waarin de afdeling Cultuurstudies is ondergebracht, wordt het nieuwe kantoor van de vicepresident. Het kantoor van het Surinaams Museum wordt Sranan Tori Academia en het Surinaams Literatuur Centrum, het gebouw van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname en Stadsherstel wordt het Oso Dresi/Cultureel Centrum annex expositieruimte voor muziekinstrumenten uit organisch materiaal. Het onderkomen van de Educatieve Dienst Surinaams Museum wordt het kantoor van Paul Middellijn. Het eigenlijke fort, waarin het Surinaams Museum is ondergebracht, wordt het Carifesta Cultural Centrum c.q. Carifesta 2013 Hoofdkwartier. Het Nola Hatterman Instituut en het pand van de Staatsraad mogen nog blijven staan. De gebruikers van officierswoning 7 (SGES/Commissie Monumentenzorg etc.) worden genoemd een ‘club die maar enkele keren per jaar samenkomt en die een compleet gebouw bezet’.
Drs. Stephen Fokké, directeur Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES), is onaangenaam verrast door deze op handen zijnde actie van het kabinet van de president. ‘Het directoraat Cultuur moet ervoor zorgen dat het complex aan het beleidscentrum teruggegeven wordt. Er is een nota opgesteld door de culturele adviseur van de president, Paul Middellijn, die zijn plannen kenbaar heeft gemaakt via de directeur van het kabinet van de president. Aan de directeur Cultuur is gevraagd om advies uit te brengen met betrekking tot de consequenties van dit voornemen.’ In een brief aan zijn bestuur schreef Stephen Fokké op 23 mei jongstleden, onder andere: ‘We zeggen dank aan dhr. Middellijn voor 15 jaar lang hard werken voor behoud van ons erfgoed. Alle instanties zullen met hun achterban/besturen deze kwestie bespreken en hun standpunten kenbaar maken aan de directeur Cultuur. Dit is een vrij ernstige zaak en grijpt diep in het werk van alle gebruikers op dit complex.’