In de schietincidentzaak waarbij de 31-jarige politieagent Reguillio Promes om het leven is gekomen, werden gisteren vijf getuigen gehoord. De eerste getuige was een onderinspecteur. Hij getuigde dat alle instructeurs zich aan de veiligheidsmaatregelen moeten houden. Volgens deze getuige is er geen sprake geweest van opzet. Hij gaf aan dat het een ongelukkige momentopname is geweest. Als het Promes niet was geweest, zouden zij in zijn plaats het slachtoffer zijn geworden.
Ook werd een instructeur gehoord die samen met H.N. de trainingen verzorgde. Hij gaf aan in opdracht van de verdachte de cursisten te hebben opgebracht en de pro-wagen geplaatst te hebben om tot actie over te gaan. Volgens deze instructeur waren er vier personen in de groep die de ‘BATT’-oefening op het Politieopleidingscentrum verzorgden. Hij zag na het schietincident dat de verdachte zijn patroonhouder niet verwijderd had van zijn dienstwapen. Volgens hem moest de verdachte beter hebben opgelet en zich aan de veiligheidsmaatregel hebben gehouden. De getuige verwijt de verdachte dat hij nalatig is geweest tijdens het verzorgen van de training.
Hierna zijn drie cursisten gehoord die zich het geval niet goed konden herinneren. Een van deze cursisten was de persoon die samen met het slachtoffer in de pro-wagen zat. Zij moesten simuleren alsof een vuurwapengevaarlijke verdachte op hun zou schieten en zij moesten zich verschuilen. De cursist gaf aan dat hij na het geval gedurende 6 maanden onder begeleiding was geplaatst van een psycholoog. De advocaat gaf de rechter aan dat het niet nodig was om deze getuige verder te verhoren. Hij heeft immers een trauma aan het voorval overgehouden. Als er nu nog vragen aan hem worden gesteld, moet hij zich de situatie wederom voor de geest halen die hij eigenlijk steeds probeert te vergeten. De rechter besloot om deze getuige niet verder te horen.
De instructeurs zijn speciaal naar Nederland geweest om de training te volgen. Daar werd gebruikgemaakt van een simulatiewapen. Volgens de instructeur hadden zij van te voren een lijst opgemaakt waarop alle hulpmiddelen waren genoemd; het simulatiewapen stond er ook op. De leiding of de coördinator van deze training besloot om toch de eigen dienstwapen te gebruiken. Zij moesten evenwel voor gebruik nagaan of er geen patroon in de kamer van hun wapen zat. Ook moesten de instructeurs hun patroonhouder uit hun wapen verwijderen. De rechter heeft behoefte om nog twee politiemannen te horen op de volgende zitting. De verdachte H.N. is niet aangehouden. Hij werd aangezegd om aanwezig te zijn op 4 juli.
Saskia Bandhan