De minister van Justitie en Politie deed zijn opwachting in een radioprogramma waar hij in staat was in te gaan op vragen van de burgerij. De minister heeft een praktische instelling en heeft aandacht voor de achtergronden van de criminaliteit. De politieminister heeft wel iets minder plannen bekendgemaakt gericht op de directe aanpak van de criminaliteit. Het is wel duidelijk dat de minister veel tijd heeft genomen om rapporten door te nemen waarin de achtergrond van de burgers die scheef gaan, staat beschreven. Het is opvallend dat er uit de ettelijke rapporten die plichtsgetrouw jaar in jaar uit worden geschreven, en met een zekere diepgang, er geen concrete regeerprogramma’s zijn uitgevoerd. De achtereenvolgende regeringen van Suriname hebben in de afgelopen decennia geen multidepartementale programma’s uitgevoerd in targetbuurten om meer deugdzaam gedrag te stimuleren. Dat kan door een directe benadering van werkloze jongeren die op straat te zien zijn in de avond en ook overdag. Er moet een manier bedacht worden om in bepaalde buurten, de jongeren te benaderen die moeten leven, maar geen opleiding en skills hebben om op een eerlijke manier een brood te verdienen. De drempel voor deze jongens om bijvoorbeeld in de bouw te gaan werken is groot, omdat er onder meer een vrees bestaat dat ze zullen worden onderbetaald en uitgebuit. De meeste veroordeelde criminelen (70%) zouden tussen de 18 en 35 jaar zijn. Van deze veroordeelde ‘jongeren’ heeft 80-85% de lagere school niet afgerond. Van de ettelijke rapporten die de achtergronden van criminelen blootleggen, moeten gerichte programma’s worden gemaakt om jongeren beter te kunnen laten lezen en schrijven in combinatie met een beroepstraining en persoonlijkheidsvorming. Het grootste probleem is dat ambtenaren of in het uiterste geval dienstverleners aan de Staat tot nu toe niet hebben gepoogd om deze burgers persoonlijk te benaderen. In ons parlement is het wel voorgevallen dat met name de huidige voorzitter van DNA, toen in de oppositiebanken, heeft geprobeerd om het concept van ‘profileren’ van potentiële personen die in aanraking kunnen komen met justitie vanwege criminele activiteiten, ingang te doen vinden en preventief op te treden. Het was toen een groot bezwaar onder andere vanuit de hoek van de NPS om dat te doen, omdat het uiteindelijk discriminatoir zou blijken. Uiteindelijk is het er dus niet van gekomen. Deze regering kan het nu proberen, want het voormalig oppositielid is nu DNA-voorzitter.
Een zeer opvallende opmerking die de politieminister maakte, is dat hij vanuit een vorige betrekking verdachten het liefst heeft gearresteerd zonder gebruikmaking van wapens. In dit kader benadrukte de minister het belang van continue training van politieagenten. Niet alleen de skills en kennis moeten steeds bijgehouden worden, maar ook de fysieke gesteldheid. Een politie met een hangbuik moet niet kunnen. De minister deelde voor de korte termijn-aanpak eveneens mee dat materieel de politie bezig is zich te versterken, zodat ze de criminelen adequaat aankan. Volgens het Politiehandvest is een gezagafdwingende verschijning van de politieagenten een vereiste en in dit kader noemde hij oorbellen, de haardracht, overdadig dragen van sieraden en tatoeages. De minister gaf aan dat mogelijk stress en irritatie bij politieagenten de oorzaak van zijn dat ze burgers op straat onbehoorlijk aanspreken. In de politieorganisatie is het daarom aan te bevelen dat breed technieken worden aangeleerd om te ontspannen en fysiek en mentaal tot rust te komen. Er zijn dienstverleners te over in Suriname die de politie kunnen bijstaan hoe bijvoorbeeld middels ademhalingstechnieken of lichaamsoefeningen het lichaam en de geest weer in harmonie te laten komen. Dit kan dan verder een positieve invloed hebben op het gezinsleven van de politiemanschappen. Een belangrijk punt dat de bewindsman aanhaalde, was dat van het Politieopleidingscentrum. De faciliteiten van het POC zijn verouderd. De houten gebouwen moeten vervangen worden met beter geoutilleerde leslokalen, waarin ook praktijk kan worden gedaan. Ook werd aangehaald het punt van de docenten en het politieopleidingscurriculum. Inderdaad is het POC van belang omdat de burger in dit centrum omgevormd wordt tot politieman. Het aspect van de demotivatie moet voorkomen worden in de fase van de training, maar ook na de training. De bond kan vooral wat dit laatste deel betreft ook een bijdrage leveren.
Aan verschillende Juspol-ministers is de vraag van de middelen gesteld die nodig zijn om de politieplannen uit te voeren. Het valt de laatste tijd op dat Juspol-ministers hun toevlucht niet nemen tot het excuus van ‘er is geen geld’. Kennelijk komt dat, omdat meer burgers op de hoogte zijn van het fenomeen van de overheidsbegroting. Deze minister wil beginnen met de middelen die al op de begroting zijn gealloceerd, maar heeft geen bezwaar om assistentie vanuit het bedrijfsleven te accepteren. Met betrekking tot het punt van de bescherming van de collega’s onderling bij de politie zijn er inderdaad gevallen waar collega’s zich plichtsgetrouw opstellen. Echter moet onderkend worden dat er toch wel klachten vanuit de burgerij bestaan dat het heel moeilijk is om soms aangifte te doen tegen politieagenten bij collega’s. Soms wordt, als een aangifte niet effectief zal zijn, niet de juiste weg gewezen naar bijvoorbeeld OPZ of het meldpunt justitiële diensten / autoriteiten die zou zijn ingesteld door de minister uit het vorige kabinet. Ook punten als hand- en spandiensten van bepaalde pa’s aan veroordeelde criminelen, bikers in de buurten, een politiepost op de kruising Sarramaccastraat en Zwartenhovenbrugstraat, inzet van veroordeelden bij het onderhouden van de infrastructuur, hangjongeren voor winkels, illegale bromfietsraces en rouleren van politieagenten, kwamen in het optreden van de minister aan de orde. Er is veel werk voor de minister en zijn manschappen aan de winkel. Het is aan te bevelen dat de minister alle punten die relevant zijn en zijn prioriteit genieten, opneemt in een plan. Vanuit dit plan moet dan het werk uitgevoerd worden. Het punt van profilering en targetprogramma’s met een directe benadering zouden wij echter wel willen benadrukken.