Tegen de majoor van politie Kenneth H., die tijdens de behandeling van zijn strafzaak zelf niet aanwezig was, eiste het OM een gevangenisstraf van 12 maanden met aftrek en daarnaast ook ontzetting uit zijn ambt voor een periode van 2 jaar. Naar bekomen informatie werd deze politieman vaker wegens verduistering aangesproken. Op 19 februari van dit jaar zou hij US$ 2.900 gestolen hebben uit de tas van een verdachte.
Op de betreffende dag deed een Chinese winkelier aangifte van diefstal uit zijn winkel. De winkelier vertelde de politie dat hij US$ 10.500 kwijt was. Hij vermoedde dat één van zijn werkneemsters, B., het geld had gejat. De majoor en agent S.B. onderzochten deze zaak. B. ging overstag en bekende de diefstal. Ze had daadwerkelijk US$ 10.500 ontvreemd en daaruit US$ 200 gebruikt.
Onderweg naar het bureau zag S.B. dat Kenneth H. zich vreemd gedroeg. In de woning van B. stelde S.B. voor om het geld dat B. in haar tas had bewaard, te tellen. De majoor vond het niet nodig. Hij gaf S.B. de opdracht om samen met de dame te lopen.
Op het bureau aangekomen, bleef S.B. de majoor gadeslaan. Op een gegeven moment zag hij de man biljetten uit zijn zak halen en in een schrijfboek stoppen. De majoor verliet daarna zijn bureau. S.B. rapporteerde dit geval direct aan een hulpofficier. Onderzoek ter plekke wees uit dat Kenneth H. US$ 200 in de lade had. Later werd ontdekt dat er geen US$ 10.300 in de tas van verdachte B. zat; een telling leverde een netto bedrag op van US$ 7.400. Er ontbrak dus US$ 2.900. Majoor Kenneth H. was in een eerder stadium voorlopig op vrije voeten gesteld. Zijn advocaat betoogde dat zijn cliënt niets heeft verduisterd en verzocht de rechter om hem vrij te spreken van de gehele tenlastelegging. De raadsman gaf aan dat vanwege zijn gezondheidsituatie de verdachte de zitting niet kon bijwonen. De raadsman heeft daarvoor als bewijs attesten overgelegd. Op 8 juni zal de rechter vonnis vellen in deze zaak.
Saskia Bandhan