Dat de overheid optimaal zo weinig successen boekt met de uitvoering van (bepaalde) projecten is te wijten aan het feit dat zeer schaars diepgaande analyses van de desbetreffende onderwerpen worden verricht. Dit kan in het algemeen toegeschreven worden aan het gemis van noodzakelijke inzichten in de materie, het onvermogen de consequenties van de correlerende variabelen voor en van andere maatschappelijke factoren niet te kunnen inzien en oordelen. Op basis van data zal worden gepoogd na te gaan in welke mate de getroffen maatregelen en voorzieningen etc. Effecten zullen hebben m.b.t. bereikbaar en betaalbaar maken van goederen en diensten behorende tot de eerste levensbehoeften in het bijzonder voor de sociaal zwakkeren van ons land. Zoals altijd zal eveneens dit schrijven vergezeld worden door kritische aanbevelingen gebaseerd op de dagelijkse behoeften die zowel op korte als lange termijn-perspectieven bieden aan een deel van de bevolking dat al jaren gebukt gaat onder de armoede. De Stichting Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) heeft gedurende 2007/2008 een huishoudbudgetonderzoek onder de huishoudens van 6 districten op basis van steekproeven verricht. De 2.530 huishoudens die deel uitmaakten van de steekproef bestond de gezinsgrootte uit meer dan 4 personen en hadden gemiddeld ruim SRD 1000 per maand aan huishouduitgaven.
Velen beseffen de negatieve consequentie bij het voortbestaan van de heersende armoede en de scheve inkomensverdeling die zullen ontstaan en de gevolgen daarvan voor de samenleving niet. Zie hieronder de tabel van het rapport “Huishoudbudgetonderzoek 2007/2008â€. Zodoende kunnen personen die onbillijke hoge honoraria ontvangen en zij die exorbitante hoge eisen stellen bij loononderhandelingen zonder zich te bekommeren over de hoogte van de lonen van de sociaaleconomische zwakkeren die erg laag zijn, hierdoor tot andere gedachten worden gebracht en zullen zij meer solidair zijn met de groep.
 Gemiddelde maandelijkse consumptieve huishouduitgaven
Huishouduitgaven (SRD) |
Aantal huishouden (absoluut) |
Aantal huishoudens (%) |
Totale Uitgaven (%) |
0 tot 200 |
158 |
6,2 |
0,6 |
200 tot 400 |
428 |
16,9 |
5,0 |
400 tot 600 |
417 |
16,5 |
8,2 |
600 tot 800 |
353 |
14,0 |
9,7 |
800 tot 1000 |
283 |
11,2 |
10,0 |
1000 tot 1500 |
430 |
17,0 |
21,1 |
1500 tot 2000 |
202 |
8,0 |
13,9 |
2000 tot 3000 |
168 |
6,6 |
16,5 |
3000 en meer |
91 |
3,6 |
15,1 |
Totaal |
2.530 |
100,00 |
100,0 |
Reeds eerder werd al gememoreerd dat in de steekproef opgenomen huishoudens gemiddeld meer dan 4 personen omvatten. Worden de uitgaven die de gezinnen per maand voor de aanschaf van goederen en diensten deden in relatie gebracht met de omvang van de in de steekproef betrokken huishoudens dan blijkt dat een zeer zorg wekkende maatschappelijke situatie zich voordoet namelijk dat bijna 40% van de huishoudens ver beneden het bestaansniveau leeft of heeft geleefd (SRD 0 tot 600) ten einde een menselijk bestaan te kunnen leiden. Opmerking de uitgave als norm voor het vaststellen van de kwaliteit van het leven blijkt een betere maatstaf dan het inkomen te zijn. De tabel demonstreert de onevenwichtige uitgaven van de huishoudens die waarschijnlijk het gevolg zijn van de scheve inkomensverdeling van ons land. Hier gaven relatief meerhuishoudens minder uit dan het minder aantal huishoudens dat relatief meer heeft uitgegeven. Verder wordt er opgemerkt dat er zo’n belangrijk deel van onze bevolking en wel meer dan 23% – vanwege lage inkomsten- per maand nauwelijks SRD 0 tot SRD 400 voor de aanschaf van goederen en diensten voor de eerste levensbehoeften hebben kunnen uitgeven. Dit uitgegeven bedrag (klassemidden SRD 200) is 5 maal minder dan het algemeen gemiddelde van meer dan SRD 1000 per maand. Voorts wordt verteld dat 6,6% en 3,6% van de huishoudens respectievelijk 16,5% en 15,1% als aandeel in de totale uitgaven had.
Afgelopen jaar is absoluut weinig aandacht besteed aan de belangen van deze groep, getuige de trendmatige groei van de kloof tussen de rijken en armen. Dat de Overheid een scala van instrumentaria tot haar beschikking heeft, teneinde deze wanverhouding te nivelleren, doch zag het belang van deze categorie als een gevolg van de belangenbehartiging van de kapitaalkrachtigen. Het blijkt dat de huidige President verandering wenst te brengen in deze situatie maar de regarderende ministeries hebben geen inzicht in de omvang van de problematiek en verder bestaat er geen animo voor deze groep. Dat er thans zo weinig wordt gesproken over de government take impliceert dat de gemeenschap heeft ingezien dat de opbrengsten hiervan voor de realisatie van die projecten worden gebruikt die al jaren schreeuwden naar een oplossing. Door de zogenaamde critici is echter nooit aangetoond op basis van data welke significante consequenties deze government take voor de welvaart en het welzijn van de samenleving heeft gehad of nog heeft. Er vallen alleen maar positieve effecten waar te nemen. Uit het onderzoek blijkt dat de huishoudens vanwege de prijsstijging door het invoeren van de government take gemiddeld met ruim SRD 8 per maand de verruiming van de huishouduitgaven voor de aanschaf van goederen en diensteninhouden met ruim SRD 8 moeten bezuinigen, hetgeen gelijk is aan  0,8 % . Uit de tabel in relatie tot de government take kan geconcludeerd worden wie de personen zijn die aandringen op afschaffing van de government take. Aanbevolen wordt om onder geen enkele voorwaarden de government take af te schaffen. De opbrengsten uit deze government take moeten merendeels besteed worden aan projecten t.b.v. de sociaaleconomische zwakkeren.
Dayaram Girdhari