Niet dat het er niet was, maar met ruimere faciliteiten is een basis bij de SVB gelegd om versneld een paar basiszaken binnen onze voetballerij drastisch om te gooien. Vanuit de krant zijn geruime tijd kritische kanttekeningen gemaakt richting het bestuur van de SVB. Dan ging het echt niet om de personen, maar om het bestuur als orgaan van onze SVB. We zijn blij dat Surinamers die al een tijdje in de voetballerij meegaan, mede op aandringen van onze kant hopelijk, nu zullen meedingen voor posten in de Caribische Voetbalunie (CFU). Maar nationaal moeten zaken nog goed op orde gesteld worden. Heel vaak wordt door vooral oud-internationals beweerd dat we terug moeten naar de glorie uit de goede oude tijd. De vraag is of er een goede oude tijd was. Surinaamse clubs hebben in het verleden grootse prestaties behaald in CFU-verband. Onze clubs zijn CFU-kampioen geweest en uitzonderlijke talenten uit die clubs hebben diepe indruk gemaakt. Die successen gaven aan Surinamers meer zelfvertrouwen om zich op het bestuurlijke vlak regionaal te profileren. Nu lukt het ons niet om van clubs uit het kleine Antigua and Barbuda te winnen. Dat bleek enige dagen terug weer. We teren nog te vaak op het succes uit de jaren ’70. Het spaargeld is echter allang op. Clubs hebben in CFU-verband succes gehad, maar onze nationale selectie boekte ook verliezen tegen landen als bijvoorbeeld Trinidad. Fysiek is er in de afgelopen jaren veel veranderd. Alleen al als naar de foto’s uit de jaren ’70 wordt gekeken dan valt op dat de voetballers uit die periode met een andere instelling zelfs poseerden voor elftalfoto’s. Het doet denken aan de internationale topprofessionals uit deze tijd. De concentratie is van de gezichten af te lezen. Als we kijken naar de foto’s van deze tijd dan merken we de concentratie niet altijd, het lijkt alsof onze internationals soms afwezig zijn. Fysiek is er ook een enorm verschil. De voetballers uit de jaren ’70 waren groter en afgetraind. De kracht straalde van de verschijning af, zoals je dat nu ziet in internationale topcompetities. De SVB moet een beleid gaan ontwikkelen dat diep ingrijpt in het leven van topsporters. Met een eenvoudig beleidsprogramma zal het niet lukken. De achterstanden die wij hebben opgebouwd zijn breed, ook fysiek. Wat we nodig hebben zijn een paar voetbalarchitecten die het Surinaams voetbal weer ontwerpen, zonder de voetbalcultuur in essentie te transformeren. Nationaal hebben wij die krachten wel. Voetbal is een stuk volkscultuur en derhalve ook een overheidsaangelegenheid. Daarom verdient de bond ook ondersteuning van de overheid. Nu kan dat gemakkelijker gaan via Sport en Jeugdzaken. Waar de overheid internationale kanalen heeft met andere sportministeries moeten die ter beschikking worden gesteld door het ministerie aan de bond. Op regeringsniveau zou Sport en Jeugdzaken ook nieuwe kanalen moeten aanboren voor de SVB.
Al geruime tijd wordt vanuit de voetbalwereld geopperd dat de SVB het bondskantoor, het secretariaat, professioneler moet gaan draaien. Er was een roep naar een directeur en die is gekomen. De voetbaldirecteur moet meer van zich laten horen. Iets dat de SVB nog in ruime mate nalaat is het aansturen van het voetbalgebeuren bij de lidbonden. Er zijn bonden die een districtscompetitie in de stad draaien, er zijn nog steeds lidbonden zonder een eigen locatie. De SVB moet een zekere structuur opdringen aan de lidbonden, die bevorderlijk is voor de continuïteit van het voetbal in deze regio’s. Zo moeten de lidbonden ook een afdeling hebben waar kinderen het voetbalspel vroeg kunnen aanleren. De SVB moet of trainers sturen naar de verre districten of lokaal trainers opleiden. Deze trainingen moeten geen honderden SRD’s gaan kosten. De SVB moet trainersopleidingen ook in eigen beheer uitvoeren. Ook het vrouwenvoetbal moet de SVB brengen naar de districten brengen. De enige bekende vrouwencompetitie is die van de SVB zelf in Paramaribo. Lokaal moeten de meisjes ook leren voetballen in de districten. Daarvoor kunnen de lidbonden en de lagere en mulo-scholen gebruikt worden.
Het openen van een gerehabiliteerd kantoor is een mooi moment van de SVB om het nu over een andere boeg te gooien. Van de gelegenheid kan SVB ook gebruik maken om een betere website met meer informatie te lanceren. Het secretariaat van de SVB moet een kenniscentrum worden. Behalve dat het een paar voetbalarchitecten moet herbergen, moet het ook een heleboel sport- en voetbalinformatie voor besturen, trainers en managers distribueren en ter inzage hebben. Het moet een trainingscoördinatiepunt worden. We hopen dat de ontwikkeling van de voetbalsport een vaart neemt na de gewenste rehabilitatie van het SVB-kantoor.