Intellectueel bejubelt einde ‘Marronpolitiek’

Eergisteravond hield een man die niet bang is om te prikkelen, een lezing die een behoorlijke belangstelling genoot. De man zegt heel vaak waarheden over een bepaalde groep burgers waaruit hij zelf afkomstig is, die anderen nooit zouden durven zeggen. Hij praat erover en hij schrijft erover. Hij praat ook over de rest van de samenleving. Heel zelden kan je hem ongelijk geven, al trekt hij soms fel van leer. “Einde van de marronpolitiek”, daarover ging de laatste lezing van dhr. J.S. With. Eerder vond hij ‘het komt nooit meer goed’, maar nu is hij in een hoerastemming dat het einde van de marronpolitiek is gekomen. En daarover heeft hij zijn luisteraars boeiend beziggehouden. Wij haasten ons ook om te zeggen dat wij het niet met alles eens zijn. De inleider, hopelijk hebben we hem hiermee goed getypeerd, constateerde dat in 2005 zich op politiek gebied een wonder voordeed in Suriname. De Marrons kwamen tot het inzicht dat ze op hun eigen partij moesten stemmen, als ze iets in de melk van de Surinaamse politiek te brokkelen wilden hebben. Het gevolg was dat Marrons DNA-leden werden en drie ministersposten mochten invullen. Er was echter verontwaardiging toen leider Brunswijk twee Hindostanen op de ministersposten voorstelde. De inleider sprak van een dwaling, waartegen het achterban succesvol protesteerde. Immers, de Hindostaanse VHP heeft nooit een Marron voorgedragen tot minister. Heel vaak is ook hier aangehaald dat typische problemen in bepaalde geografische gebieden en gemeenschappen, die door de AC vanwege hun macht aangepakt hadden kunnen worden, niet zijn aangepakt. De inleider zei hierover dat hij al vroeg terecht het gevoel had dat de AC niet van politieke betekenis zou zijn. Deze bovengenoemde voordracht en het voordragen van de vrouw van de AC-leider na de val van hun TCT-minister waren voor hem twee tekenen. De inleider kan geen enkele daad noemen van de AC-leider in de Surinaamse politiek waarvan zijn achterban geprofiteerd heeft.
De chronologische loop van de politieke ontwikkelingen beschrijvend kwam de inleider op het punt van de uitsluiting tijdens de laatste verkiezingen op grond van het inmiddels bekend geworden ‘laat is laat’-vonnis.  De inleider noemt het rechterlijk oordeel “een uiting van ordinaire discriminatie van de Marrons”. “Immers in Suriname is laat komen a way of life. De heer drs. Ronald Venetiaan, die toen president was, is gedurende zijn presidentschap nooit ergens op tijd verschenen”, zei de inleider. Ook de assembleeleden zouden het begrip op tijd komen niet kennen. Surinamers komen, ongeacht hun maatschappelijk niveau, altijd laat. De NPS-president had kunnen ingrijpen op de uitsluiting, maar hij deed dat niet. Uit woede hebben de Marrons toen massaal op de NDP-kandidaat Andre Misiekaba gestemd, constateert de inleider. Uit boosheid hebben de Marrons daarna massaal op de AC gestemd. De scheuring die in AC kwam, heeft blijvende schade aan de combinatie toegebracht. Onder andere stelde de inleider in verband hiermee dat zelfs in combinatieverband ‘de domme fout’ werd gemaakt ‘door slechts personen van Aucaanse afkomst te bevoorrechten wanneer het ging om benoemingen op hoge posten en het aanwijzen van personen in diverse Raden van Commissarissen’. ‘Deze tribale kortzichtigheid’ zou hebben geleid tot ‘grote ergernis bij de Saramaccaners, hetgeen geleid heeft tot  de oprichting van de partij van Linus Diko, een Saramaccaner’, zei de inleider.
De inleider hekelde het feit dat de AC bij het pikken van ministers niet heeft geput  “uit het reservoir in het buitenland, voornamelijk Nederland”. Hij vindt de gemiddelde score van de AC-ministers zeer laag. De inleider doet een heel opmerkelijke voorspelling voor 2015. ‘Bij de verkiezingen van 2015 zullen de Marrons niet meer terugkomen in welke regering dan ook’, stelt hij.  En hij vindt dit niet erg. ‘De leiders van deze partijcombinatie hebben bewezen dat de noden van de Marrons hen geen zier interesseren en dat het bij hen alleen maar te doen is om familieleden op hoge posten te benoemen en lucratieve deals te sluiten met de overige machthebbers in dit land, deals waar zij persoonlijk van profiteren, deals waar hun achterban niets aan heeft’, zegt de inleider tijdens zijn lezing. We hebben respect voor zijn mening, maar eens zijn wij het daarmee niet altijd. Er zijn issues in de Surinaamse maatschappijproblematiek die specifiek de aandacht van de politiek vereist. Deze partijen kunnen daarin een rol spelen, maar die pressie moet ook komen van de bepaalde ngo’s en de achterban. In een lange opsomming waarin de inleider kritisch kijkt naar de verrichtingen van een aantal ministers, motiveert hij zijn standpunt. Maar dan nog valt er te zeggen dat een betere minister op die posten even goed een betere job had gedaan. De lezing van dhr. With was zeker het volgen waard. Het is zeer positief dat burgers zo open, gepassioneerd en fel hun mening kunnen geven, waarbij het kind bij de naam wordt genoemd. Die beleving van de democratie en de burgerrechten is een voorwaarde voor de ontwikkeling van de samenleving. Het is bij de inleider kennelijk niet persoonlijk bedoeld, hij heeft getracht gemotiveerd een punt te maken, zoals wij ook hier trachten te doen. Daarin is hij geslaagd, alhoewel nogmaals benadrukt, wij het met een deel van zijn beredeneringen niet eens zijn. En dat is het mooie in de democratische rechtstaat die Suriname is.
 

error: Kopiëren mag niet!