Paul Abena, Simon Martosatiman, Martin Misiedjan, Linus Diko en Celsius Waterberg waren gewogen en te licht bevonden. Ze moesten naar huis en plaatsmaken voor nieuwe ministers. President Desi Bouterse zei na de installatie van vijf nieuwe bewindspersonen dat er een evaluatie is geweest en dat uiteindelijk dit besluit is genomen.
Bouterse zei dat er vier basis politieke bestuursrollen zijn. Hij noemde de beleidsrol, politieke rol, managementrol en public relations rol. ‘Uit bedoelde evaluatie van het regeerteam en de toetsing van het functioneren van de ministers aan de vervulling van deze rollen, is komen vast te staan dat enkele bewindslieden ondanks hun gebleken persoonlijke kwaliteiten, maximale inzet en prestatie, naar het oordeel van de leiding van de regering, onvoldoende hebben bewezen aan genoemde rollen inhoud te kunnen geven. Hierbij moet worden opgemerkt dat andere ministers wel voldoende hebben bewezen te functioneren, maar beter met het beheer van een ander ministerie kunnen worden belast.’
Verder zei de staatsman dat ervoor is gekozen om de ministeries van Onderwijs en Volksgezondheid uit de politieke sfeer te halen. Dit doet hij vanwege de ‘directe gerichtheid van de ministeries op de kwalitatieve toekomst van het volk, land en ontwikkeling’. ‘Door deze depolitisering, wordt bewust een politieke poging gedaan om het functioneren van deze ministeries beter in overeenstemming te doen zijn met de eisen vanuit de directe onderwijs- en volksgezondheidsomgeving. Dit overtuigende politiek experiment zal zijn nut in de praktijk moeten bewijzen en kan wellicht te zijner tijd, na evaluatie, bij toekomstige regeringsformaties, navolging vinden.’
Edward Belfort wordt de nieuwe minister van Justitie en Politie. Stanley Betterson, Michel Blokland, Shirley Sitaldin en Bangbang Adna worden respectievelijk minister op Regionale Ontwikkeling, Volksgezondheid, Onderwijs en Volksontwikkeling en Sport en Jeugdzaken.