Morgen, dinsdag 1 mei 2012, is het Internationale Dag van de Arbeid en in verband hiermee heeft onze minister van Arbeid, Technologie en Milieu , Z.E. Ginmardo Kromosoeto, gemeend de volgende boodschap te richten aan de totale Surinaamse gemeenschap.
Volgaarne spreek ik u als minister verantwoordelijk voor arbeidsaangelegenheden, toe op deze voor u zeer belangrijke dag . De Surinaamse samenleving wordt gekenmerkt door een zeer vreedzaam en productief arbeidsklimaat. Een terugblik op het arbeidsgebeuren aan het begin van de 20ste eeuw laat ons zien dat voorafgaand aan de instelling van het ministerie van Arbeid er geen sprake was van goede en gezonde arbeidsomstandigheden. Nu, 42 jaar na de instelling van het ministerie van Arbeid, op 27 januari 1970, zijn de betrekkingen tussen werkgevers en werknemers en in een aantal gevallen ook de overheid, enorm verbeterd. Vanaf de instelling van het ministerie van Arbeid hebben er tal van ontwikkelingen in het arbeidsgebeuren hun intrede gedaan. Een van deze ontwikkelingen is de arbeidsspecialisatie. In toenemende mate zijn arbeidsvoorwaarden daarna collectief vastgesteld in collectieve arbeidsovereenkomsten. Deze collectivering ging gepaard met de institutionalisering waarbij werkgevers, werknemers en de overheid met elkaar onderhandelden en overleg voerden. Zo kwam ook de regulering van de arbeidsmarkt op gang. De indeling van mensen in het kader van kapitaal, arbeid en sociale organisatie is kenmerkend voor het bedrijfsleven. Met de instelling van het Tripartiet Overlegorgaan wil de regering Bouterse – Ameerali consensus bereiken over vraagstukken, nog voordat er tot besluitvorming wordt overgegaan. Het beraadslagen binnen dit orgaan vindt nu op een gestructureerde wijze plaats.
Alle ontwikkelingen in de wereld staan en vallen met het arbeidsproces. Dit geeft aan dat de factor arbeid een niet weg te denken rol vervult en zal blijven vervullen in de wereld. Vanaf de Industriële Revolutie zijn er veranderingen opgetreden in het arbeids- en productieproces. Er waren veranderingen in niet alleen de arbeidsomgeving maar ook in de vereisten. Het ontstaan van meerdere sectoren heeft werkgelegenheid gecreëerd. Anno 21ste eeuw kunnen wij gerust stellen dat wij aan de vooravond staan van een digitale revolutie, wat ook betekent dat nieuwe sectoren hun intrede zullen doen en er technologische vernieuwingen zullen optreden in de bestaande sectoren. Deze verbeteringen stellen de mens in staat om de kwaliteit en de kwantiteit van arbeid te verhogen.
Al deze ontwikkelingen in acht houdende, is er in het bijzonder voor het ministerie van arbeid een dynamische rol weggelegd. Bij het vervullen van deze rol zijn er internationale verplichtingen die eveneens in acht moeten worden genomen. Het behoeft geen betoog dat alle inspanningen in de wereld als resultaat beogen om gelukkige en gezonde arbeiders en goede arbeidsomstandigheden te bewerkstelligen. De voortschrijdende globalisatie gaat ten koste van de verworven rechten en de economische positie van werkenden. Om in te spelen op deze behoefte is het beleid van de regering erop gericht te werken aan de instelling van een sociaal zekerheidsstelsel, tegen de achtergrond van duurzame ontwikkeling. Het recht op sociale zekerheid is verankerd in het verdrag inzake sociale, economische en culturele rechten van de internationale arbeidersorganisatie ILO, die ondermeer door Suriname in 1978 is geratificeerd. Het sociaal zekerheidsstelsel zal gericht zijn op het verbeteren van de werkgelegenheid en is derhalve een cruciaal element in het arbeidsmarktbeleid. Met de invoering van dit sociaal zekerheidsstelsel zal de aantrekkelijkheid van het opereren in de informele sector worden verminderd. De regering heeft ook het besluit genomen om voor de loontrekker, in samenwerking met de handel, afspraken te maken voor verlaging van de prijzen bij de aanschaf van middelen voor levensonderhoud. Op deze wijze is de overheid bezig te werken aan verbetering van het welzijn van de samenleving.
De regering heeft als doel het investeren in menselijk kapitaal, omdat mensen met hun talenten en inspanningen de toekomst van ons land bepalen en maken. In dat kader focust de regering bij al haar beleidsgebieden op talentenontwikkeling en investeringen in duurzame werkgelegenheid, waarbij er gekeken wordt naar individuen die een leven lang moeten kunnen leren en moeten kunnen investeren in hun eigen vaardigheden. Om ontwikkelingen gestaag te laten verlopen, is de participatie van mannen en vrouwen in het arbeidsproces zeer gewenst. Een duurzame economische groei betekent het efficiënt benutten van het aanwezige menselijke potentieel met goed onderbouwde arbeidsrechten. Het productief potentieel aan vrouwen is overal ter wereld nog onvoldoende benut. Wereldwijd werken 60 tot 80% van de mannen en voor de vrouwen is dat slechts 20 tot 65 %. In Latijns Amerika en het Caraïbisch Gebied is er een serieuze genderkloof. Studies hebben uitgewezen dat een hogere arbeidsparticipatie van vrouwen leidt tot een gevoelig stijgen van het Bruto Nationaal Product. Daaraan gekoppeld betekent arbeidsparticipatie van vrouwen het uitschakelen van armoede, omdat wereldwijd 70% van de armen vrouw is.
Het beleid van de regering is er ook op gericht om de arbeidsparticipatie van vrouwen te verhogen. Een van de middelen om dat te realiseren is het faciliteren van onderwijs en opleidingen voor vrouwen en meisjes. Alle werkarmen van het ministerie hebben in de afgelopen periode een wezenlijke bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van strategieën en daaraan gekoppelde acties om meer vrouwen aan het arbeidsproces te laten deelnemen.
Met dien verstande is het de regering samen met de sociale partners menens de wetten op zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en bedrijfsongevallenuitkeringen in te stellen. Ook de arbeidswetgeving staat op het punt aangepast en vernieuwd te worden op de gebieden van uitzendbureaus, arbeidsbemiddeling, rechten van vakbonden, het decreet arbeidsinspectie, en de wet op de collectieve arbeidsovereenkomst. De instelling van een minimumloon is van eminent belang voor de standaarden voor arbeid in Suriname.
Tussen de beleidsgebieden Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu bestaat er een relatie. Het een kan niet zonder het ander. De factor arbeid is aan de basis van elke ontwikkeling en neemt in het ontwikkelingsconcept van de regering een cruciale plaats in. De factor arbeid oefent echter een constante druk uit op het milieu. Door de toepassing van technologie kan de mens op een milieuvriendelijke wijze overgaan tot productie. Hierdoor kan op een efficiënte , veilige en transparante manier gearbeid worden, waardoor de druk op het milieu wordt geminimaliseerd. De interacties tussen deze beleidsgebieden passen volledig in het concept van duurzame ontwikkeling. Het ministerie is op de goede weg om deze drie beleidsgebieden te mobiliseren voor het welzijn van onze samenleving. Als ministerie van Arbeid hebben wij een lange weg afgelegd om op dit punt te komen, maar we hebben nog een lange weg te gaan. Op deze weg is vooral de participatie van een ieder gewenst. U moet als werkgever en werknemer bewust zijn van uw rechten en plichten en de verantwoordelijkheid naar uw land toe.
Ons land heeft veel potentie en veel mogelijkheden om uit te groeien tot een van de betere economieën in de wereld. Er is werk aan de winkel voor de regering en ook voor u.
Wroko de fu du !
Mede namens de regering, onder leiding van president Desire Bouterse, wordt aan u allen een bezinningsvolle Dag van de Arbeid toegewenst.