Vrijdag is het gerestaureerde voormalig kookhuisje op het Fort Zeelandiacomplex opgeleverd en officieel in gebruik genomen als kunstenaarsatelier, van de Nola Hatterman Art Academy. Het ligt in de bedoeling om er diverse kunstactiviteiten zoals zeefdruk, etsen, keramiek en beeldhouwen te beoefenen. Hiermee wordt het hoofdgebouw van de afdeling Culturele en Creatieve Vorming (CCV) van het Directoraat Cultuur, waarin de Academy is gehuisvest, minder druk. Dit project is gefinancierd door het fonds Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed (GCE) van de Nederlandse ambassade, voor een bedrag van ruim 47.000 Euro.
Uit archieven van het ministerie van Openbare Werken blijkt dat haast alle officierswoningen op het Fort Zeelandia-complex waren voorzien van een keuken of kookhuis, dat in een apart gebouwtje was ondergebracht. Sedert de grote stadsbranden van 1821 en 1832 was het verboden in woningen te koken. Dat moest voortaan in een apart, losstaand gebouw plaatsvinden. In een document uit 1875 wordt reeds melding gemaakt van dit kookhuisje, dat oorspronkelijk in het midden een scheidingsmuur had met aan weerszijden elk een keuken, kamer en privaat ten behoeve van de keukenbedienden van de officierswoningen nummer 6 en 8. Bij het openbreken van de vloer werd de oude bakstenen beerput met een bakstenen afvoer naar de rivier, zichtbaar.
Het gerestaureerde kookhuisje is een aanwinst voor het aangezicht van Fort Zeelandia. Jarenlang heeft de omgeving moeten aankijken tegen een krot ten midden van de eerder gerestaureerde officierswoningen van de Hatterman Academy en de Staatsraad. Het karakteristieke zadeldak, zoals dat goed te zien is op een foto van Stahel begin 20ste eeuw, was reeds jaren geleden verwijderd en vervangen door een flauw hellend lessenaardak. In de loop der jaren waren er allerlei bouwveranderingen aangebracht.
Op dit moment zijn er nog maar twee van de originele kookhuisjes op het complex, te weten naast de Stichting Gebouwd Erfgoed (SGES), waarin de Commissie Monumentenzorg is gehuisvest, en het nu gerestaureerde gebouw. Op het achtererf van officierswoning no. 5 van het Surinaams Museum bevindt zich nog een derde volledig in baksteen opgetrokken kookhuis. Dit gebouw stond aanvankelijk elders in de binnenstad en werd na ontmanteling herbouwd op het achtererf van het kantoor van het museum.
Met deze restauratie is een lang gekoesterde wens van de Nola Hatterman Academy in vervulling gegaan. In 2007 nam de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES) het initiatief om te komen tot de restauratie van het kookhuisje, ten behoeve van de Academy. Het is het vorige jaar gelukt om het project gefinancierd te krijgen bij de Nederlandse ambassade. Bouwbedrijf Kiesel, onder leiding van Kenneth Lim A Po, kwam na een aanbesteding in 2011 als laagste inschrijver uit de bus en mocht in november met de opdracht beginnen.
Voornemens tot restauratie van het kookhuisje gaan zeker terug tot 1998 met plannen van architect Carel van Hest en gaandeweg van het architectenbureau Lafour & Wijk. De restauratie van het hoofdgebouw van Culturele en Creatieve Vorming van Cultuur is in 2004/2005 gerealiseerd, maar de financiering van het kookhuisje kwam niet van de grond.