De grondwetgever bedoelt met de instelling van districtsbesturen op woensdag 18 april 2012 –na 22 jaar sinds de inwerkingtreding van de Wet Regionale Organen in 1989 – de ministeries op te dragen hun diensten dicht bij het volk te brengen om de deelname van de burger bij het actuele gebeuren te verzekeren en om bureaucratisme te voorkomen. Impliciet betekent dit, dat de ministeries daarbij gebruik moeten maken van de ‘tools’ die decentralisatie van bestuur en regelgeving biedt. Wij, dc’s, hechten dan ook enorm veel waarde aan de werkwijze en de daadkracht van onze president, Z.E. Desi Delano Bouterse, die steeds de decentralisatiegedachte als hoge prioriteit van het regeerbeleid benadrukt door te stellen: (i) belangrijke bestuursbevoegdheden naar de plaatselijke bevolking te brengen, om deze dichter bij het bestuursgebeuren van het land te betrekken, maar meer nog, om deze bevolking zelfstandig te doen beslissen over vele zaken hun eigen levensomstandigheden in hun eigen district betreffende, (ii) de burgers hoeven niet meer jaar en dag te wachten op de aanpak van vele districtszaken vanuit “het verre†Paramariboâ€, (iii) de ontwikkeling sneller te doen verlopen, onnodige stagnatie en irritatie te doen verdwijnen, (iv) decentralisatie in een veel hoger tempo door te voeren, (v) de dc’s diepe inhoud moeten geven aan de decentralisatiegedachte en vanuit deze gedachte hun werk moeten doen. Wij bedanken de president en de regering Bouterse –Ameerali voor deze daadkracht, waarmee ‘eindelijk’ is gedemonstreerd, dat deze regering het gewicht en het belang van de districtsbesturen inziet en daar invulling aan geeft. Wij vinden evenwel, dat er veel meer nodig is voor een rechtmatige en doelmatige functionering van de districtsbesturen dan alleen het aanwijzen van ambtenaren vanuit de diverse ministeries. Zonder een stuk ‘gericht’ beleid – kan ik nu al zeggen – het wordt niks. Immers, het is gebleken, dat de in 2006 ingestelde districtsbesturen bij de certificering van de districten Nickerie, Wanica, Para, Commewijne en Marowijne, vanaf dag één tot op heden niet hebben gefunctioneerd. Ons is niet bekend of dit vraagstuk is geëvalueerd. De districtsbesturen kunnen alleen dan goed functioneren, als:
(i) de leden bekend zijn met de plaatselijke omstandigheden;(ii) de leden beschikken over deskundigheid binnen hun sector;(iii) de leden goed op de hoogte zijn van het beleid op het ministerie; (iv) zij een bepaald niveau hebben om het ministerie op een waardige wijze te vertegenwoordigen, en zij ook gemakkelijk toegang hebben tot de directeur van zijn/haar ministerie, die regelmatig / periodiek overleg met hen heeft; (v) de ministers duidelijke directieven geven aan de vertegenwoordigers van hun ministerie in de districtsbesturen.
Wij, dc’s, zullen ervoor zorgen, dat het districtsbestuur functioneert volgens het Reglement van Orde van het Districtsbestuur bij de uitvoering van de taken ingevolge de Wet Regionale Organen: de leden zijn tijdens de hoorzittingen in de ressorten verantwoordelijk voor (a) alles wat het ministerie in het afgelopen jaar heeft gerealiseerd, (b) wat het ministerie gedurende het lopende begrotingsjaar in het district zal realiseren en (c) wat het ministerie via het ressortplan in zijn begroting zal opnemen om in het daarop volgend jaar te realiseren. Vooral bij de behandeling van de ontwerp-districtsbegroting tijdens de openbare vergadering van de districtsraad heeft het lid een belangrijke openbare taak; een zwakke ministeriële vertegenwoordiger, die geen ondersteuning van zijn/haar eigen ministerie krijgt, zal bij dit optreden in het openbaar zeker een slechte beurt maken en doet zijn/haar ministerie geen eer aan.
Reeds uit het bovenstaande blijkt dat bestuursvoering op districtsniveau en decentralisatie van wet en regelgeving niet alleen een aangelegenheid zijn van het ministerie van RO. (i) Het ministerie van RO (v.w.b. de zorg, toezicht en bijstand) en de districtsoverheden (v.w.b. de beleidsgebieden van diverse ministeries rakende) kunnen zich van hun bij wet opgedragen taken pas goed kwijten, wanneer er sprake is van een geïntegreerd bestuurlijk handelen, waarbij de betrokken ministeries onderling in harmonie samenwerken, ondersteunend naar de districten toe voor een optimale dienstverlening aan de burgers, (ii) de belanghebbende ministeries kunnen bij het uitvoeren van hun taken in een bepaald district alleen dan profiteren van de aan de districten gegeven wettelijke instrumenten door zich in sterke mate te laten vertegenwoordigen in het districtsbestuur. Heel wat secundaire en tertiaire taken kunnen in goed overleg en/of samenwerkingsverband in medebewind of in autonomie worden overgelaten aan het districtsbestuur. Vaak kan blijken dat voor een ministerie het doelmatiger is om de uitvoering van eigen ministeriële taken over te laten aan de districten. Intussen zijn de districtscommissariaten in het kader van het decentralisatieprogramma van de regering (het DLGP) behoorlijk versterkt. Naast de bestaande organisatiestructuur met daarin de rollen van de dc, de dr, en de rr’s zijn er nieuwe structuren in het leven geroepen, zoals het Districtsmanagementteam (DMT), de nieuwe afdeling Districtsfinanciën en Planning (DFP), eigen districtsfonds, de Bevolkingsparticipatiestructuur, het instituut van hoorzittingen, het Burgerinformatiecentrum (BIC), One Stop Service Balies op de commissariaten en de BO-kantoren (in uitvoering), de nieuwe afdeling Civieltechnische Dienst, de nieuwe Afdeling Milieu en Gezondheid, het uitgebreid wide Area Network, waarop alle districtscommissariaten en het ministerie van Regionale Ontwikkeling zijn aangesloten en operationeel zijn. De ministeries kunnen samen met de leden eveneens aangesloten worden op dit uniek netwerk, kortom de ministeries kunnen een nieuwe dimensie tegemoet gaan door gebruik te maken van de ‘tools’ van decentralisatie:
De ministeries kunnen ook gebruik maken van de wettelijke instrumenten van de districten, die zij zelf ontberen: (i) budgettaire bevoegdheden van de dr. Het zijn de vertegenwoordigers van de ministeries die de districtsbegroting uitvoeren, (ii) fiscale bevoegdheden van de dr. Het zijn de vertegenwoordigers van de Ministeries in de districtsbesturen die het Districtsfonds beheren, waarin eigen belasting – en niet-belastingmiddelen, als ook begrotingsmiddelen terechtkomen, (iii) verordenende bevoegdheden van de dr. Het zijn de vertegenwoordigers van de ministeries in de districtsbesturen, die de bevoegdheid hebben districtsbesluiten te maken ter uitvoering van de districtsverordening dan wel het nemen van bestuursmaatregelen in het district.
Mw. Roline Samsoedien
Nestor der Districtscommissarissen in Suriname