De prijsverlaging die als sociale maatregel is getroffen door de regering zal op den duur een schaarste teweegbrengen. Dit wordt beweerd door een handelaar die anoniem wenst te blijven. Er wordt gesteld dat de winstmarge die de winkeliers en handelaren thans moeten hanteren, niet rendabel is. De consument kan de producten nu wel wat goedkoper krijgen, maar op den duur zal diezelfde consument een bepaald product niet eens meer kunnen kopen, omdat het schaars zal worden. De kleinhandelaren maar ook de groothandelaren zullen op den duur over de kop gaan. Als voorbeeld wordt aangehaald dat bij een verkoopprijs van SRD 2,50 voor een kilo blom, de handelaar ongeveer 25 cent winst maakt op de inkoopprijs. Daaruit moet de handelaar nog zelf zorgen voor verpakkingsmateriaal. Ook moeten werknemers betaald worden. Daarnaast moet de winkelier bij de kassa aan elke klant een zak weggeven. Alles bij elkaar kost geld, wat maakt dat de winst aan het eind van de rit nauwelijks meer iets voorstelt.
Volgens de handelaar wordt er volgens de nieuwe stijl veel meer geïnvesteerd voordat een product kan worden afgezet. Dit en de enorme onderlinge concurrentie zullen maken dat handelaren het nut niet meer zullen inzien van het importeren van bepaalde producten. Dit zal volgens de handelaar weer zorgen voor een situatie als in de jaren tachtig, waar van alles schaars was.