Als de besturen van de Surinaamse Atletiekbond (SAB) menen het belang van de atleet voorop te stellen, moeten ze om de tafel gaan zitten en het huidige conflict oplossen. Ze moeten niet met elkaar gaan vechten. Dit zegt Alain Jean-Pierre, bestuurslid van de Noord-Amerikaans, Centraal-Amerikaans en Caribisch Atletiek Associatie (Nacac) en de Centraal-Amerikaans en Caribisch Atletiekassociatie (Cacac), in een mail aan de Surinaamse atletiekwereld. Het gaat dan om zowel het bestuur Robby Rijssel als het bestuur Delano Landvreugd.
Jean-Pierre geeft in de mail aan dat hij de Nacac en Cacac op Bermuda met tact vertegenwoordigde tijdens de Carifta Games. ‘Bij het controleren van de paspoorten voor leeftijdscontrole, bleek dat er twee groepen atleten waren die Suriname vertegenwoordigden. Het besluit die hier simpel volgens de regels genomen moest worden, is om beide groepen uit Suriname uitsluiten van deelname, geeft hij aan. ‘Maar daar ik ook atleet ben geweest in mijn jonge jaren, weet ik hoe intens en welke offers jeugdigen maken in voorbereiding op zulke toernooien. Ik stelde voor om de jeugdige atleten niet teleur te stellen en na overeenstemming met de Nacac en Cacac en de lokale organisatie, werd besloten om Suriname als gast mee te laten doen.’
Jean-Pierre geeft verder aan dat beide groepen niet moeten vergeten dat Suriname geen lid is van de Nacac. ‘Daarom kunnen we het conflict binnen de SAB niet op ons tafel leggen of een oplossing brengen hierin. Suriname is lid van de Zuid-Amerikaanse Atletiekfederatie (Consudatle) en zij moet dit probleem helpen oplossen. Als een leider zal ik altijd mijn best doen om atleten te helpen, maar ik doe niet mee aan politiek achter de schermen’, zegt Jean-Pierre.