Heel regelmatig worden berichten gelanceerd dat krape-eieren zijn gestroopt en dat de politie de stroperij heeft ontdekt. Het gaat doorgaans om meer dan 10.000 eieren. Zeeschildpadden leggen per keer ca. 1500 eieren op het strand. Het gaat bij een strooppartij dus om ca. 10 zeeschildpadden. Nadat de eieren een bepaald aantal uren buiten hebben gelegen, zijn ze niet meer geschikt om uit te broeden. Er schijnt een grote vraag te zijn naar de eieren door consumenten. Regelmatig worden overtreders ontdekt, maar wat gebeurt er met deze personen? Betalen ze alleen een boete en hoeveel is dat? Is er een mogelijkheid dat de stropers veroordeeld worden tot een gevangenisstraf of hechtenis? Hoelang is deze vrijheidsbenemende straf? En als er geen vrijheidsbenemende straf bestaat, is er een noodzaak daartoe? Wat dit laatste betreft, kan aangegeven worden dat het wel noodzakelijk is dat de stropers ook strafrechtelijk worden vervolgd. Tegelijkertijd moet er een ontmoedigingsbeleid zijn. Wie zijn de mensen die de nesten van de zeeschildpadden vernietigen? Zijn het stedelingen of leden van Inheemse gemeenschappen? Als dit laatste het geval is, is het de vraag in hoeverre het stropen van zeeschildpadnesten tot de traditionele economie van de Inheemse gemeenschappen behoort. In dit geval heb je dan aan de ene kant de plicht van de Staat om de traditionele economie van de Inheemse en tribale volken te beschermen en aan de andere kant de plicht van de Staat om het voortbestaan van de zeeschildpadden te beschermen. Deze twee belangen bijten elkaar hier in het geval van het stropen van de zeeschildpadden. Wat in de media wordt gemeld, is dat gestroopte zeeschildpadeieren worden onderschept. De daders worden staande gehouden en de eieren worden in beslag genomen. De eieren worden weer ingenesteld als uitbroeden nog mogelijk is; in het andere geval worden de eieren vernietigd. Een vraag die opkomt, is of deze eieren vernietigd moeten worden, of dat ze bijvoorbeeld niet in onze zoo aan bepaalde dieren kunnen worden gevoerd. Ook is het de vraag hoe verstandig het is om deze eieren te eten. De indruk bestaat dat deze eieren een hoog cholesterolgehalte hebben. Als duidelijk is wie de daders zijn, kan aan een ontmoedigingsbeleid worden gewerkt. Daarvoor moet het juiste targetprogramma worden uitgevoerd, of in het dorp of via de massamedia. Tot nu toe is er geen gericht ontmoedigingsbeleid in uitvoering. Als het gaat om de lokale bevolking dan moet vanuit de regering (TCT, ATM) de plaatselijke gemeenschappen worden betrokken in de toerismesector die gerelateerd is aan de zeeschildpadden. Het zeeschildpaddentoerisme moet tot het uiterste worden uitgebuit met betrokkenheid van de lokale bevolking, weliswaar duurzaam en niet tot die schaal dat het gaat naar overlast (voor de lokale bevolking), overbelasting van het milieu en milieuvervuiling. Het toerisme mag bijvoorbeeld niet zover gaan dat bezoekers op de zeeschildpadden gaan staan. Alhoewel bekend is wanneer de krape-schildpadden de eieren komen leggen, in welke periode de eieren nog te consumeren zijn en waar de eieren worden gelegd, is het hoogst vreemd hoe het aan de stropers lukt om toch de nesten open te breken. De groene zeeschildpad legt bijvoorbeeld tussen februari tot augustus hun eieren op het Galibi- of Matapicastrand. Hoe lukt het om te stropen? Het vernietigen van het Brownsberg Natuurpark en het leegroven van de nesten staan niet los van elkaar. Het gaat om het beleid over natuurlijke hulpbronnen, bosbeheer en milieu. In de vorige regeerperiode hebben sommige politieke partijen en hun exponenten heel veel ruimte gehad om hun gang te gaan. Er waren geen krachten die deze vrijheid van doen en laten (op hun ministerie) konden beperken. Daardoor is een hele ondervoorzitter van een vroege (en ook huidige) coalitiepartij flink de mist in gegaan en is hij nu door de politie aangehouden. Onder zijn supervisie is onherstelbare schade aangericht aan een natuurpark door maar liefst 2.500 illegale gouddelvers. De vraag met betrekking tot de eieren is nu welke instantie belast is met het toezicht op de bescherming en de bescherming zelf van de zeeschildpadden. Het lijkt nu de Dienst ‘s Landsbosbeheer (LBB) en Stinasu te zijn. Wat moet van deze dienst gezegd worden als te verwachten is dat eieren op bepaalde plaatsen zullen worden gestroopt en het toch gebeurt? Waarom zijn er geen verantwoordelijken wanneer er geen controle wordt uitgeoefend? Het is zaak dat Suriname paal en perk stelt en afrekent met zwakke en corrupte bos- en milieu-instituten die het land moeten behoeden van vernietiging, maar hun werk verzaken. De aanhouding en vervolging van een mogelijk zeer corrupte directeur van Stinasu kan daartoe een aanleiding zijn. De 35 ex-militairen die zullen worden ingezet als volwaardige aspirant boswachters en jachtopzieners kunnen voorts een stap in de goede richting zijn. Echter moet dit korps kwalitatief worden geüpgraded en moet een onderbemanning worden weggewerkt. Immers, de bossen van Suriname zijn behoorlijk uitgebreid. Er moeten meer inzetbare personen, die nu werkloos zijn, worden ingezet om op een integere wijze dit werk te doen.