Terwijl de burger in Paramaribo voor een puntbroodje 43 cent betaalt, moet men in het binnenland (m.n Drietabbetje) SRD 1 voor ditzelfde puntje neertellen. Een liter Parbo bier kost in de winkels in het binnenland al gauw SRD 20. BEP-assembleelid Ronny Asabina die geconfronteerd werd met deze schrikbarend hoge prijzen, vraagt zich af in hoeverre het binnenland ook zal genieten van de prijsdaling van basisgoederen. Er is een enorme gap tussen de prijzen van het binnenland en die van de stad. Asabina vraagt zich waarom de prijs van transport juist niet is verlaagd. Voor de binnenlandbewoners is transport een van de primaire behoeften. Ook voor dit goed zijn de prijzen ‘sky high’. Zo betaalt men voor een busrit van Paramaribo naar Atjoni SRD 160 retour en voor een bootrit van Atjoni naar Botopasi retour moet men SRD 150 neertellen. Voor het transporteren van een zak cement in de boot moet een extra SRD 20 worden betaald. Asabina: “Een binnenlandbewoner die alleen een pasfoto moet maken in de stad, betaalt alleen aan transportkosten SRD 310.â€
Asabina is van mening dat de importeurs die de betaalbare goederen zullen verkopen, te weinig hebben bijgedragen om de sociaal zwakkeren tegemoet te komen. De prijzen zijn maar 20% goedkoper, terwijl de overheid van haar zijde wel een behoorlijke bijdrage geleverd heeft, middels het afschaffen van statistiek- en consentrecht. De parlementariër vraagt zich af of er overheidscontrole in het binnenland zal zijn op de nieuwe prijzen.
Minister Michael Miskin van Handel en Industrie (HI) zegt dat de parlementariërs van het binnenland de vraag over overheidscontrole eerder hebben gesteld tijdens een presentatie van de staf van HI aan het parlement. “Wij hebben toen duidelijk gemaakt dat het binnenland een bijzonder gebied is. Wil je daar effectief controle doen, dan zal er eerst een grondige ordening moeten komen, net zoals de ordening die nu plaatsvindt in de goudsector. Er zal dan een speciale commissie ingesteld moeten worden voor de ordening, ook op het gebied van de handel.†De HI-bewindsman wijst er ook op dat het ministerie nog steeds middelen ontbeert om zaken uit haar beleid, zo ook op het gebied van controle, effectiever ter hand te nemen. Zo is bij de wijziging van de begrotingen in januari jongstleden SRD 7 miljoen (waarvan SRD 5 miljoen voor subsidie aan babyvoeding) weggehaald van de HI-begroting en opgebracht bij een ander ministerie. Dat is toen gebeurd met goedkeuring van de assembleeleden.