De minister van Buitenlandse Zaken heeft deelgenomen aan de zesde Summit of the America’s van de OAS in Carthagena Colombia. De Inter-Amerikaanse liggen er daar verdeeld bij, terwijl de regio gemeenschappelijk problemen heeft, zoals veiligheid en drugs. De aanleiding van verdeeldheid is het eiland Cuba waarmee wij de laatste tijd intenser contact hebben. Onze president heeft in zijn eerste toespraak in de VN zich duidelijk uitgelaten over hoe politiek Paramaribo denkt over de economische embargo van de VS tegen Cuba. Suriname heeft gepleit voor opheffing van de sancties en de isolatie. Het eiland heeft sinds de ziekte van Fidel Castro wel enige economische veranderingen doorgevoerd, maar er zouden nog mensen- en burgerrechtenissues overeind staan. Cuba wenst toegelaten te worden tot de OAS en landen als VS en Canada liggen daarover dwars. Hier heeft Canada dus sympathie voor de sancties die VS nog aanhouden tegen Cuba. Ook over de Malvina’s eilanden willen deze 2 landen niet meewerken aan een gezamenlijke verklaring dat deze aan Argentinië behoren. Hier hebben VS en Canada meer sympathie met Engeland. Deze landen zitten samen in de Organization for Economic Cooperation and Development (OECD). Deze drie landen zitten ook in de Group of Eight (G8), een forum voor de overheden van de 8 grote wereldeconomieën. Er is dus op de Summit geen consensus bereikt over een gezamenlijke politieke verklaring, een meetmoment om de Summit als niet geslaagd te beschouwen. Echter is het wel duidelijk geworden dat op VS en Canada na alle landen eensgezind zijn over de toelating van Cuba tot de OAS en de Malvinas. Canada en de VS vinden dat deze twee zaken bilaterale aangelegenheden zijn en geen onderwerp voor de OAS. De rest van de OAS-landen, waaronder Suriname, deelt deze mening niet. Op het punt van Cuba ventileert onze Buza-minister een heel ferm standpunt, kennelijk van de Latijns-Amerikaanse en de Caribische landen. Er zal geen Summit van de America’s worden georganiseerd zolang Cuba niet toegelaten is tot lid van de OAS.
Punten die inhoudelijk zijn besproken zijn onder andere de veiligheid en de drugshandel, issues die ons zeer regarderen. Met betrekking tot de veiligheid meldde de Buza-minister vanuit Carthagena dat een sterke economische basis en handhaving van de rechtstaat belangrijke voorwaarden zijn om de veiligheid op peil te houden. Vooral met betrekking de rechtstaat is de laatste dagen veel van doen geweest in ons land. Het veiligheidsvraagstuk in Suriname beperkt zich niet alleen tot de situatie te land, maar ook in het maritieme gebied. Op zee is het een wild west voor Jan en alleman. Het is belangrijk dat de noodzaak voor een efficiënte en effectieve kustwacht wordt ingezien door de regering. Er is een Commissie Kustwacht ingesteld die moet leiden tot aanwezigheid van gezag is de rijke Surinaamse wateren, die recent verruimd zijn. De controle op het water beperkt zich alleen op de binnenwateren. Er zijn Surinamers die hun brood zoeken door te vissen op zee. Het Visserscollectief meldde daags terug dat honderden illegale buitenlandse vissers de Surinaamse visgronden leeg roven. Fus het is een gaan en komen naar believen door buitenlanders die doen en laten binnen onze wateren zoals ze dat willen. Ze nemen de vissen mee en bedreigen Surinamers of vissers die voor Suriname vissen. Op eigen territorium wordt het Surinaams belang dus ruim geschaad door buitenlanders. De schuldige is de Surinaamse overheid die afwezig is en als het ware de visgronden openstellen voor beroving. De plundering heeft als gevolg dat er al geruime tijd minder vis te krijgen is op de lokale markt. Vanwege de leegroof op onze visgronden vangen Surinaamse vissers steeds minder. Het sterk verminderde visaanbod heeft volgens het Visserscollectief ook te maken met de angst die bij de Surinaamse vissers leeft om grenzen te verleggen en richting de rijke visgronden te gaan. Lanti is niet aanwezig, onze eigen vissers worden bedreigd door zwaar gewapende illegalen. Deze piraten hebben in het verleden veel schade aan de bezittingen van de lokale vissers aangericht. De illegale vissers zijn dus geen moeilijke indringers, maar regelrechte criminelen die zwaar gewapend zijn. Een kustwacht zal het dus knap moeilijk hebben als de illegalen een gebied dat ze altijd als van hun hebben aangemerkt voor zichzelf zullen willen behouden. Onze kustwacht moet zo sterk zijn dat ze deze illegalen aankunnen. In het uiterste geval moeten wij hulp vragen van bijvoorbeeld Brazilië of de VS. Het Visserscollectief meldt dat de illegalen zelf beschermde gebieden zoals het Matapica-gebied tot en met de Warapakreek en het Coppename-gebied niet mijden. Beschermde gebieden te water worden dus evenmin adequaat beschermd in Suriname.  De illegale criminelen komen uit Venezuela, Guyana, Brazilië en Trinidad. Het zijn dus rovende buren die toch wel mijlen afleggen om Suriname te beroven. Het is van belang dat de Commissie Kustwacht na goed overleg en consultaties tot een werkbaar voorstel komt, waardoor een goed bemande en goed geoutilleerde Kustwacht haar werk in Suriname aanvangt. De Surinaamse Marine moet daarin een voorname rol spelen.