Het is zeer positief om te vernemen dat de Surinaamse regering in de Lawarivier bij de oostelijke landsgrens een rivierblokkade opzet en een controlepost. De betrokkenheid van de Commissie Ordening Goudsector is noemenswaardig. Vorige regeringen hebben schromelijk nagelaten om de bewaking van de soevereiniteit van ons land serieus ter hand te nemen. Er is vrijwel geen actie ondernomen om de bewaking van de landsgrenzen ter hand te nemen. Vooral bij de grens met Brazilië kwamen wij niet; dat was te ver van het zo vertrouwde Paramaribo. Nu lijkt het alsof wij bezig zijn bezit te nemen wat van ons is. We doen onze dingen zoals we het thuis moeten doen, terwijl we letterlijk zien waar Frans Guyana en waar Brazilië ligt. In dezelfde trend moet ook gewerkt worden aan de westgrens en moeten de presidenten van beide landen een constructieve manier vinden om de issue van Tigri of zoals de Guyanezen het noemen ‘New River Traingle’ te ontvouwen. Nieuw-Front-regeringen hebben na ettelijke jaren macht en ondanks de ettelijke netwerken het niet ertoe kunnen brengen dat tenminste een kaart zoals wij dat willen internationaal gangbaar wordt. Zoek online de juiste kaart en dan zult u merken hoe moeilijk het is. Niet verwonderlijk dat personen die terloops een kaart ter illustratie nodig hebben en alleen aangewezen zijn op internet, de zogenaamde ‘verkeerde kaart’ gebruiken. Wat dat betreft, heeft de commercie meer gedaan dan de voorgaande regeringen, misschien met uitzondering van Wijdenbosch, die tenminste een statement maakte. Er zijn wijdverbreid bijvoorbeeld Suriname-tassen in de omloop met de juiste kaart van Suriname erop. Deze tassen vinden ook hun weg naar … Guyana. Een gewezen Guyanese  topfunctionaris was onlangs negatief in het nieuws, omdat hij in zijn land rondliep met een van deze tassen. Het gaat om huidig raadslid en voormalig burgemeester van Georgetown Ranwell Jordan van de Peoples National Congress Reform (PNCR). In een online artikel dat veel kritiek losweekte van de lezers wordt de man compleet met zijn Suriname-tasje afgebeeld. De meeste reacties waren emotioneel, zoals wij dat zo nu en dan aan deze kant hebben.
De aanwezigheid van de Surinaamse lanti op het hele grondgebied is in principe meer dan logisch, maar niet voor voorgaande regeringen. Credit moet gegeven worden aan de Commissie Ordening Goudsector, die op den duur in het hele achterland actief zal zijn, en overal zal kunnen gaan en staan. De militairen en de politie, die weinig bakens hebben verzet in de afgelopen tientallen jaren, zullen meevliegen op de vleugels van deze commissie die met durf werkt. In principe had het echter omgekeerd moeten zijn: niet de commissie moest braak terrein toegankelijk maken voor het leger met constitutionele taken, maar omgekeerd. Maar dat heeft ook te maken met de trauma die een president van ons had met het leger. Die moest liever zwak dan sterk zijn. Het ‘terug naar het kampement’-doel heeft deze voormalige president te ver doorgevoerd. De commissie heeft de juiste drive en het leiderschap is daarbij significant, maar wel moet worden gewaarschuwd dat deze commissie haar integriteit niet verliest door betrokkenheid in louche deals, voortrekkerij, afpersing en protectie. Wat de commissie neerzet, is soms baanbrekend werk en daarvoor mag het zijn dat men anders beloond wordt, men neemt immers grote risico’s. Het is interessant dat de Franse autoriteiten in de grensactiviteiten zijn betrokken. De punten waarop men zwaar zal letten, zijn kwiksmokkel, vuurwapensmokkel, mensensmokkel en bewegingen op de rivier van criminelen, waaronder rovers. De beslissing om te geraken tot barrière van de rivier is nuttig. Wel moet daarbij worden opgelet dat het personeel dat daar werkt goed wordt betaald (eventueel op basis van de out-put) en dat er regelmatig wordt gerouleerd. De focus op kwik is interessant, omdat het gebruik daarvan nog oogluikend door onze autoriteiten wordt toegestaan. Om kennelijk buitenlandse controle te faciliteren, is eens verboden om kwik te importeren, maar op het gebruik wordt niet gelet. Ook zijn er nooit acties ondernomen om de binnenkomst van kwik geheel in te dammen. Over de kwikvervuiling wordt vrij laconiek gedaan door milieuautoriteiten, omdat het nog een ver van mijn bed show voor hen is. Vissen zijn in het gebied waar de grenspost wordt neergezet al oneetbaar geworden, maar in Paramaribo kunnen we ongestoord vis eten, geen probleem. En als wij het kunnen kopen, moeten anderen het ook kunnen, is kennelijk de redenering. Maar een beleid om kwikgebruik tegen te gaan, is er in de afgelopen periode niet geweest. Dit is een opmerkelijk punt voor westerse diplomaten die hier het raamwerk van samenwerking vorm geven na hun aantreden. Voor hun is de issue van ‘mercury’ (kwik) hoog op de agenda, maar dan blijkt dat een punt te zijn waarover geen gelijkgestemdheid bestaat. Als er geen normaal import van kwik is en er geen smokkel is dan moet de kwikvervuiling ophouden. De Surinaamse regering schijnt met de illegale en legale kwikvervuilers echter niet zover te zijn. We denken aan de cocaboeren in Latijns Amerika. De regeringen in de betreffende landen zijn niet zomaar gekomen met een verbod, maar ook met een alternatief middel van bestaan. De regering heeft twee opties: of de kleinschalige mining op een financieel haalbare manier milieuvriendelijk te maken of de illegale miners een alternatief middel van bestaan te bieden, waaruit men zijn brood kan verdienen. Een ander punt is dat van de criminaliteit. Er is een principeakkoord tussen de Franse en de Surinaamse regering uit 2006 om de wederzijdse politie aan de oevers van de oostelijke grensrivieren ruimte te geven met voortzetten van in gang gezette opsporing van criminelen. Deze overeenkomst moet in DNA worden goedgekeurd, maar heeft tijdens Nieuw Front gestuit op bezwaar vanuit de AC. De overeenkomst is aan de andere kant al geratificeerd door Frankrijk, men wacht op ons. Het opsporen en vervolgen van criminelen en meer ruimte scheppen daartoe, moet door politieke partijen niet gezien worden als het blootstellen van gemeenschappen aan binnenlandse en buitenlandse politie. Eerlijke en oprechte burgers hebben immers niets te vrezen. De houding in deze van de AC is daarom onbegrijpelijk en niet vol te houden.