Het gaat om drie belangen. Die van de nabestaanden, de daders en de natie. Als het aan Melvin Bouva, initiatiefnemer van de Amnestiewet, ligt wordt er voor amnestie en waarheidsvinding gekozen. Dit was vrijwel de rode draad in Bouva’s speech. De jonge politicus voerde de leden terug naar 1998. In dat jaar werd een conferentie gehouden waarin de OGV en het Inter- Amerikaans Hof voor Mensenrechten concludeerde dat het Openbaar Ministerie een 8 decemberrechtsproces niet kan dragen. Hij citeerde vaak delen uit het boek.
Bouva vroeg zich luidop af wat tussen 1998 en nu is veranderd. In zijn ogen niet veel. Het proces is een politiek proces geworden. ‘Als de regering toen had geluisterd en de bevindingen uit het rapport had uitgevoerd, waren we op een ander punt. Wij als jonge leiders van vandaag moeten antwoord geven om eens deze zaak op de politiek agenda te plaatsen om ons te verlossen van voornoemde hebi’s.’
Het lid haalde verder aan dat het overgrote deel van de gemeenschap het 8 decembergebeuren moe is geworden. Dat merkt hij aan de reacties als: ‘No weri mi ede nanga a 8 december tori.’
‘Er zijn ook momenten waarbij leiders impopulaire maatregelen moeten nemen. We staan als leiders voor keuzes die wel of niet populair zijn. Dit is voor mij een impopulaire beslissing. Dan nog draag ik de overtuiging dat dit is waarvoor ik voor de toekomst van ons land garant sta. We willen af van de hebi’s. Ik denk ook aan de gevoelens van de slachtoffers. We denken ook aan de overlevenden. Maar ik denk ook aan de verdachten. Ik weet wat het betekent voor de verdachten om niet 10 of 15, maar 30 jaar als verdachte te worden uitgemaakt.’
Om een eind te brengen, is gekozen om amnestie te verlenen aan de dader van 8 december. Na aanname van de wet wordt een waarheidscommissie in het leven geroepen. Tegelijkertijd komt er een verzoeningscommissie die de pijn van de nabestaanden moet verlichten.