Uit betrouwbare bron wordt vernomen dat de zaak waarbij de Haïtiaan Celcius Molius is vermoord, gekoppeld is aan illegale goudhandel. Molius had goud bij zich om te verkopen. Dit werd aan een goudopkoper doorgegeven. Zeer waarschijnlijk hebben de twee politiefunctionarissen N. en K. in eerste instantie samengewerkt met de Haïtiaan. Tijdens een transactie tussen Molius en de koper, enige tijd geleden, stormden de twee politiefunctionarissen naar binnen. De handelstransactie werd verstoord, omdat de twee agenten het goud van de verkoper en het geld van de koper in beslag namen. Hiervan is er geen rapportage gedaan bij hun meerdere.
Op een bepaald moment roken de agenten onraad en hebben zij toen het geld en het goud teruggegeven aan Molius. Deze afhandeling is niet naar volle tevredenheid gebeurd. Een van de benadeelden is toen naar OPZ gestapt om zijn beklag te doen. Het korps was reeds eerder op de hoogte van het gerucht. De sterke arm had inmiddels ook al een onderzoek ingezet. De twee agenten voorzagen problemen en zijn op onderzoek gegaan naar de woonplaats van Molius. Vernomen wordt dat zij bij een winkelier in de buurt informatie hebben ingewonnen. Dit bezoek aan de winkelier is op camerabeelden van de winkelier vastgelegd. Zo zijn de verdachten in handen van de sterke arm terecht gekomen. Na hun daad zijn de twee daders naar Nickerie gevlucht. De twee waren van plan naar Guyana over te steken. De politie heeft dat voorkomen. Dagblad Suriname sprak hierover met KPS-voorlichter, Humphrey Naarden. Hij kon hierover geen verklaringen doen.